Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juli 2025


Pile, pile, pilekens. Maar gauw terug nu...." De eendjes waggelden haar door de weide achterna. Hary Gerards glimlachte, met die uitdrukking van geluk op zijn gelaat zooals hij telkens glimlachte, wanneer iets schoons hem trof.

Telkens als zij ademhalen, uiten zij een doordringenden kreet, die eindigt in een diep maar schril keelgeluid, evenals een fluittoon. Zoo waggelden zij naar den ertsstapel, ledigden hier hun carpacho, wischten na twee of drie secunden, als zij weer op adem kwamen, het zweet van hun voorhoofd, en daalden schijnbaar geheel opgefrischt weer in den mijn af.

Sterke menschen waggelden, evenals oude menschen, de bejaarden vielen zelfs ter aarde en stonden niet meer op en de kinderen schreeuwden luide door den honger. Zelfs werden de menschen dieven, om het weinige voedsel, dat er nog was, in bezit te krijgen en beroofden zij hun buren.

Toen de student Anselmus de deur uitgestormd was, laveerden en waggelden conrector Paulmann en griffier Heerbrand door het vertrek, schreeuwend als bezetenen en liepen met de hoofden tegen elkaar, totdat Fransje haar duizeligen vader met veel moeite te bed bracht en de griffier in diepe uitputting op de sofa zakte, die Veronica, in het slaapvertrek gevlucht, had verlaten.

En werkelijk, Meroë, die daar in praal werd aangedragen, op een bedde van Babyloniesch tapijtwerk, onder vijf schermwaaiers van pauwgeveêrte, tusschen een stoet van wirrelende danseressen, dansende fluitspelers, hield, met een hand, glimlachende, aan vergulde kettingen twee zwijnen vast, die, zacht grommende, links en rechts van haar draagbedde, krulgestaart, mede waggelden... Onderwijl speelde hare andere hand, juweel-overflonkerd, met roode amaryllissen op lange stelen en tartende hield zij de bloemen dicht bij de snoeten der zwijnen!

Den derden dag moest het werk der beukers reeds verre gevorderd zijn, want bij elken stoot van den ram beefde de toren nu op zijne grondvesten; schouwde men in de hoogte, dan zag men op zulk oogenblik hoe het kruis en de haan op de torenspits over en weder waggelden. Nu begonnen de Kerels te vermoeden wat hunner vijanden inzicht was.

Och, wat waggelden zij, wat balanceerden zij met hun vleugels; en toch scheelde het niet veel, of zij waren naar beneden gevallen. «Kijkt maar eens naar mijzei de moeder. «Zoo moet je je kop houden! Zoo moet je je pooten zetten. Een, twee! Een, twee! Dat is het, wat je in de wereld vooruit zal doen komenDaarop vloog zij een klein eindje, en de jongen deden een kleinen, onbeholpen sprong.

De veerman was niet meer in staat te tellen en de drie dronken boeren vertrokken arm aan arm, gebroederlijk Vandoorn in 't midden. Zoo waggelden zij voort op hunne slappe beenen en zwenkend lijf. z'En hielden geen straat en gingen op goed geluk, tot aan den buik in 't gras, den wijden meersch in.

De openingen, waar een uur te voren deuren en vensters geweest waren, gunden een blik in den razenden vuurgloed; muren waggelden en stortten neer in den brandenden poel; gesmolten lood en ijzer druppelde wit gloeiend neer op den grond. Vrouwen en kinderen jammerden en de mannen moedigden elkaar aan met kreten en schreeuwen.

Ruw, vatte hij zijn vrouw bij de schouders, poogde ze te doen rechtstaan, gaf heur een dof-klinkenden stomp in de zijde ... Lam-log zeeg 't slappe lijf terug op den stoel, maar op den grond kletterden neer met helder metaalgeluid twee groote, blanke vijffrankstukken die wegrolden onder tafel, wat waggelden, eindelijk met helder kinken omvielen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek