Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Ze voelde dat ze met dees leed tot dichtebij Romaan naderde en ze jubelde zoete, al snikkend, omdat Romaan zoo dichtebij was. Ze werd bijna tegen hare vingeren de warmte gewaar van zijn geliefde voorhoofd.... Ze zei: Ge moet gaan.... Ja. Ge moet zeggen ... iets van mij ... iets van zijne moeder ... aan Romaan.

En ben ik in waarheid niet dichtebij? Het was, bij Goedele, afkeer. Ze was te wege hem van haar weg te stooten. Ze wilde niet dat hij haar gedurig krenken zou met de bekentenis van eene liefde, die haar walgde. Ze huiverde als ze bedacht, dat hij die liefde opketste om ze bij haar te komen stillen. Ze wilde niet. Hard staalde hare koppigheid dien wil.

Ze moest alle dingen bekijken langs den voordeeligen kant en niet gedurig de afwezigheid beweenen van wat ze eens, toevallig en buiten recht, bezeten had. Ze moest Sebastiaan leeren kennen. Ze kende hem niet: hij was haar onverdraagbaar geweest, omdat hij Johannes niet was. Nu echter zou ze hem van dichtebij beschouwen en zijne schoone deugden bewonderen. En hij had haar lief.

Het kerkhof was heel en al een wit veld door zijschaduwen van zerken en zuilen gebroken. De mannen, die waren meegekomen en waar de wind ook omme wit gewinterd had, maakten het kistje bloot en bonden er twee koorden rond. Het was een akelige stonde. De sneeuw smeet in Romaan zijn gezicht, lijk hij daar van voren stond, dichtebij.

Daar waarde een vlucht van onzichtbare wezens, vlerken die ver zich uitrepten, alsof ze reikten boven aarde en uren. Hier, in deze omwaaiende heimelijkheid, zou voortaan moeder begraven zijn. Hij beeldde zich gedurig in, al starende naar de zilveren franjen die waggelden over de kist: Daar ligt ze, zoo dichtebij ....

Is mijn deure goed vaste? Ze stapte uit haar bedde en ging de klinke herdraaien, om zeker te zijn. Ze kroop bibberend onder de sargie. Ze dacht: hoe gelukkig is Romaan ... en Madeleen ... en tante Olympe.... Ze zou alles aan Romaan vertellen, hem raad vragen. Ze wist zelve geen raad. Johannes zal meehelpen ... om raad.... Ze voelde Ameye nu van dichtebij: 't en was geen vreemdeling meer.

Geerne tastte hij 't gewicht van haar lijf op zijnen arm. Eens de avond was al dichtebij en westewaarts vuurde de late zonne in een draaiing van gloeiend licht waren ze, langs een pijnboschje, buiten hun weg geraakt.

Verwilderd stak ze hare oogen openen zat seffens overend. Johannes, aan 't voetende gezeten, beloerde met liefderijken blik haar kinderlijke vrees en 't schoon gebaar van haar ontwaken. Hij vatte haren blooten arm en kuste haren schouder. Ze bloosde en glimlachte: Ik wist ... niet meer.... Ze was blij dat hij hier was dichtebij, en dat hare schaamte redeloos over haren rugge rilde.

Ze voelde nadien dichtebij den buigenden blik van Ameye en stapte verder, gedreven door koortsige hardnekkigheid. Een oogenblik kon ze nagaan Sebastiaan's bleeke wezen en luie vingeren.

Een oud manneken was daar dichtebij, ronddrevelend met een houten kistje, vol met muskaatnoten en kruidnagels. Zóo klein was hij, dat hij zich gedurig met de ellebogen te voorschijn moest worstelen en alleen zichtbaar werd door zijne uitbundige gebaren. Hij had luttele handjes. Hij droeg een grijze veste, en een roste broek, bleek en donker getafeld, slodderde om zijne kromme beenen.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek