Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
Hij liep gedurig de kerk rond om de plooien van een wambuis of een hooze effen te strijken. Hij bewonderde de scherpe wapenen der gilden en de geduchte bogen der schutters. En elkeen strooide hij een weinig krabpoeder in den hals, in den rug, op den pols. Maar de deken en de vier dragers van den heiligen Martinus kregen het meest. De maagdekens spaarde hij omdat zij zoo lief waren.
Mijn klaaglijk Lied, van tranen zwaar, nu ga, En zoek opnieuw die maagdekens en vrouwen, Wier liefelijk vertrouwen Uw zusters menigmaal hebben verblijd. Nu ga! maar gij, die Droefnis' dochter zijt, Blijf gij bij hen, ontroostbaar, voortaan rouwen.
Niet alleen de gouden vanen en de zilveren lantaarnen, welke het zonnelicht deed fonkelen, maar er waren wel tweehonderd kinderen in de processie, gekleed als engeltjes met vlerken, als maagdekens met bloemen gekroond, als pelgrims met kalebas en staf, als heiligen, als priesters, als kardinalen.
Uilenspiegel had de twaalf heiligen zoo goed mogelijk opgelapt en zij waggelden op hunne voetstukken tusschen de banieren der gilden; daarachter kwam het standbeeld van Onze-Lieve-Vrouw, vervolgens de maagdekens, in 't wit, die lofzangen zongen, dan de boogschutters, eindelijk het dichtst bij den hemel en meer waggelend dan de anderen, Pompilius, die gebogen ging onder de zware kleederen van den heiligen Martinus.
Weldra echter maakte de loodzware zon de jeukte van de plechtige ruggen en buiken onuitstaanbaar. En toen bleven priesters, boogschutters, diakenen en deken, net als een bende apen eensklaps staan om zich onbeschaamd overal te krabben waar het jeukte. De maagdekens zongen heuren lofzang als engelen en heur frissche stemmetjes stegen liefelijk ten hemel.
Op het begijnhof was er in eens een blij gekres van kinderen, en zie! van uit de begijnenpoort kwamen joelend de witte maagdekens en de roode en purpele bisschoppekes gedanst, elk met een paksken suikerboonen. Zij liepen algelijk in den beemd en riepen en lachten, al smullend en smerend, hun vreugde in de lucht.
De huizen der Leliaren droegen verwelkomende jaarschriften: op kleine vierkante standaards brandde allerlei reukwerk in prachtig gedreven vaten; en jonge maagdekens strooiden de bladen der veldbloemen op de straat. De Katelijnepoort langs dewelke de Vorsten in de stad treden moesten, was van buiten met prachtige behangsels van kostelijk scharlaken bekleed.
Nadat iedereen de plaats die hem bestemd was, genomen had, kwamen de heren Wethouders met de maagdekens, die de stad Brugge verbeelden moesten, vooruit, en boden de sleutels der poorten op een kostelijk fluwelen kussen aan de vreemde Vorsten. Terzelfder tijd bliezen de Faamengelen nogmaals op hun bazuinen, en de Leliaards riepen voor de tweede maal: "Leve de Koning! Leve de Koningin!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek