Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Zelf als zij op meer gevorderden leeftijd gevangen zijn, onderwerpen zij zich na verloop van tijd aan den mensch, hoe bijtlustig zij aanvankelijk ook zijn. Met deze komt hij door den bouw van romp en staart alsook door de krachtige pooten overeen, zijn spits toeloopende snuit herinnert aan dien van den Vos.
Zij bewoont de zandstreken van Zuid-Afrika, te beginnen aan de Kaap de Goede Hoop, woont in gaten in den grond en voedt zich met Muizen, Vogels en Insecten; zij is wild en bijtlustig, listig en behendig; er wordt echter weinig of geen jacht op haar gemaakt; daarom heeft nog geen onderzoeker berichten over haar levenswijze gegeven.
Ook zij is twistziek, oploopend, bijtlustig en door broodnijd bezield, hoe gezellig zij overigens ook moge schijnen. Haar gezang is een erbarmelijk getjilp zonder welluidendheid, regel of orde; het bestaat eenvoudig uit een willekeurige samenvoeging van de verschillende geluiden, die zij maakt.
De Bulhond is buitengewoon bijtlustig en heerschzuchtig; het is hem een waar genoegen, een ander dier dood te bijten. Tot zijn lof moet echter opgemerkt worden, dat zijn moed nog grooter is, dan zijn waarlijk verschrikkelijke sterkte. Wat de Boxer eens gegrepen heeft, laat hij zoo licht niet weder los.
Heuglin noemt den Hyenahond in weerwil van zijn fraaie kleur en schoone gestalte "een even vuil en sterk riekend als bijtlustig dier," en zegt, dat het "zijne valschheid en arglistigheid niet verloochenen kan"; hij verzekert, dat het, door een schot getroffen zijnde, niet schroomt, zelf den mensch aan te vallen.
In den regel kunnen de jongen gemakkelijk getemd worden; zij worden even vertrouwelijk als goedaardig, als de oude dieren bijtlustig, wild en onhandelbaar zijn. Tegen de gevangenschap zijn zij goed bestand; in eenige landen houdt men van sommige soorten een menigte exemplaren gevangen met het doel om het kostbare afscheidingsproduct der civetklieren gemakkelijker te kunnen verkrijgen.
Het Atlas-gebied is het eigenlijke vaderland van dit diertje, dat een bijzonder sierlijke gestalte heeft, maar tevens zeer moord- en roofgierig, bijtlustig en moedig is. Het komt echter ook in Europa voor: vooral in Spanje is de Genetkat een vaste bewoner van de voor haar geschikte verblijfplaatsen, hoewel men haar hoogst zelden ontmoet.
Zij zijn schrander, leerzaam, trouw, vroolijk en prettig in den omgang, waakzaam, laten zich door vreemden niet licht tot ontrouw verleiden; ongelukkig zijn zij tevens listig en diefachtig, en op lateren leeftijd ernstig, knorrig, bijtlustig en dikwijls valsch. Op de jacht heeft men dikwijls heel wat moeite met hen.
Zoo boosaardig, arglistig en bijtlustig de Ratten zijn, zoo goedaardig en vreedzaam is zij. Bekend is haar nieuwsgierigheid; alles wordt door haar op de zorgvuldigste wijze onderzocht.
Hij was juist begonnen zelf te eten, maar was toen reeds zoo boosaardig en bijtlustig, dat hij, als hij een lekker brokje vóór zich had, voortdurend knorde, en, hoewel niemand hem hinderde, toch om zich heen beet in het stroo en het hout.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek