Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Elisabeth was ook minder grimmig dan gewoonlijk; de twee honderd pond hadden op haar ook invloed, en nog andere invloeden werkten heimelijk in haar arglistig hart. Beatrice wist niets van het geld, en was eenigszins stil, maar zij was ook vergenoegd; zij smaakte dat gevoel van onwezenlijk geluk, dat wij soms in een droom hebben.
Gebruik nu in zinnen: afkeerig, walgelijk, afschuwelijk, afgrijselijk. Arglistig listig bedriegelijk loos slim sluw. Geneigd of geschikt, om op behendige wijze een ander te misleiden.
"Indien hij ons zonder hulp liet en ons overleverde aan de wraak onzer vijanden, om te doen gelooven dat hij geheel vreemd is aan den moord van graaf Karel: hij is een zelfzuchtig en arglistig man." "Gij zijt hem altijd vijandig gebleven sedert den laatsten oorlog", bemerkte de kastelein. "Nu nog maakt uw wantrouwen u onrechtvaardig jegens hem.
Eigenlijk wisten ze dat toch al wel, ook zonder kerkelijke uitspraken, want het ging om een waarheid als een koe. Maar arglistig is ons hart en een excuus is snel gevonden, vooral als het nakomen van je plicht je duur kan komen te staan. c. Niet in de Gereformeerde Kerken afgelezen
Gestolen? Nicht had het ons toch eerlijk gegeven? »Arglistig is het hart, meer dan eenig ding." En nu knoopt zich aan deze afzetterij nog een ervaring vast. Nicht had een meid-huishoudster, die ons altijd met een heel zoetsappig gezicht begroette. De vriendelijkheid kwijlde haar haast uit den mond, als ze ons de deur opende met haar temerig: »Dag jongeheeren! Zal uwe goed uw voetjes vegen!"
Het scheen aan allen, dat madonna Beatrice zonderling arglistig geweest was bij het misleiden van haar echtgenoot en ieder beweerde, dat de angst van Anichino zeer groot moest geweest zijn. De koning keerde zich tot Neifile en zei: Spreekt gij nu. Deze een weinig glimlachend begon: Schoone donna's.
Het mint en haat, is jaloersch, wraakzuchtig, nukkig enz. Geen Paard is aan een ander gelijk. Bijtlustig en boos, valsch en arglistig is het eene, goed vertrouwend en zachtaardig het andere. De natuur of de opvoeding of beide gezamenlijk hebben ze zoo verschillend doen worden. "Groot is het verschil van levenslot der Paarden!
De laatste flarden van wildemans-romantiek, waarmede westersche onwetendheid den koppensneller omhangt, vallen van hem af, wanneer men hem in zijn eigen land ziet, en de wijze verneemt waarop hij te werk gaat. Er is geen zweem van wilden moed in, het is door-en-door arglistig, wreed en jammerlijk laf.
"Ik geloof het zelf, maar eene uitvlucht is geen antwoord, Francis!" "Nu ja, dan, ja! het is waar; ik had u liever zien heengaan, om bestwille; maar geloof niet, Leo! wat gij ook van mij hoort of ziet, dat ik arglistig ben, en eene rol speelde.
Weldra vond hij hen, die hij zocht: de kloeke, mannelijke gestalte van Walewein, die in de onmiddellijke nabijheid des konings was gezeten; het donkere gelaat van Modred, dat steeds eene uitdrukking van arglistig wantrouwen droeg, daarnaast, als gewoonlijk, de tengere gestalte van Agravaine, die zijn ouderen broeder als een schaduw placht te volgen, en eindelijk, onder de jongere edellieden, zijn vierden broeder: Gaheris.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek