United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook zij zijn geil, snoeplustig, diefachtig en hebzuchtig; aan slechte eigenschappen ontbreekt het hun dus niet; de goede hoedanigheden van de Apen der Oude Wereld missen zij echter. Wie te kiezen heeft tusschen de Apen der Oude Wereld en die van de Nieuwe, en beslissen moet, welke hem het best bevallen, zal wel nooit lang in twijfel verkeeren.

Was het van ons jongens te verwonderen, dat wij naar evenredigheid van onzen honger, diefachtig waren, vooral omdat wij toch verdacht werden een en ander achtergehouden te hebben? Op allerlei loopjes werden wij dus genoeg geoefend, in allerlei listen volleerd, in allerlei kleine schurkenstreken doortrapt.

Zij waren zoo schuw dat zij zelfs voor hun geachten priester wegvluchtten in het bosch, en als deze een huis binnentrad, was er niemand te vinden. Ook was van het oude weinig meer overgebleven; zij waren lui en diefachtig geworden, en wantrouwend tegenover alle blanken.

Als een knecht behandeld, als een slaaf verschopt, leerde hij de ondeugden van knechten en slaven. Hij werd lafhartig, wrokkig, diefachtig, verleugend. Zijn gemoed verhardde, zijn liefkoozend wezen sloot zich in verbitterde zwijgzaamheid, zijn levendige aard versufte. Eerst in later dagen werd hij zich pijnlijk-bewust hoe snel zijn karakter in korten tijd was vervallen.

Later volgen zij ons en onder de eetrust, omstreeks 12 uur, komen zij op onze herhaalde uitnoodiging en het toonen van geschenken naderbij. 't Blijkt een ongunstig volkje te zijn, diefachtig en wantrouwend. De versiering wijkt niet af van die bij Batavia bivak. 16 Juni.

Een heel enkele maal puilde er een uitbouw uit den muur, geschraagd op schuine ijzers in den steen gestut, of hij ging een klein diefachtig deurtje voorbij dat stomdicht was. Van uit de verte, als 't gegons in een zeehoorn, een gedruisch als van een brekenden zeevloed of uitgeluiding van menigteleven.

Het laatste was, alle spleten op te zoeken, waar licht door schemerde, om ze goed dicht te stoppen. Dan keken we ook nog de sleden na, dat alles stipt vastgebonden was en toegedekt en dat vooral tegen de honden, die zeer diefachtig waren. De stumpers hadden zich tegen de hut aan, zoo goed het ging, in de sneeuw opgerold en als het fel koud was, den snuit onder den staart gestoken.

Makatit was een weinig diefachtig; maar was dat geheel onbewust. Wanneer hij een voorwerp ontwaarde, dat hem aanstond, vond hij het heel natuurlijk zich dat voorwerp toe te eigenen. Te vergeefs hield hem zijn meester, die door de neiging zich beangstigd gevoelde, hem de meest ernstige en de meest strenge vertoogen.

Wij vonden hen integendeel zeer zachtaardig en onderworpen. Ook daarin verschillen zij van de Kozakken, want deze zijn diefachtig en niet te vertrouwen. De Kirghizen zijn volstrekt niet strijdlustig, zooals de Turkomanen en Afghanen; hun aard is zelfs bijzonder vreesachtig. Dreigt hun geen gevaar, dan zullen zij nooit geweld plegen. Diefstal komt bij hen zeer veel voor.

Zij zijn schrander, leerzaam, trouw, vroolijk en prettig in den omgang, waakzaam, laten zich door vreemden niet licht tot ontrouw verleiden; ongelukkig zijn zij tevens listig en diefachtig, en op lateren leeftijd ernstig, knorrig, bijtlustig en dikwijls valsch. Op de jacht heeft men dikwijls heel wat moeite met hen.