United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Merkwaardig is de buitengewone buigzaamheid van stem van onzen zanger; terwijl de eene strophe met zachte tonen begint, die allengs in sterkte toenemen en langzaam wegsterven, worden in een andere kort afgebroken, harde tonen op smaakvolle wijze in snelle opeenvolging herhaald; droefgeestige klanken, die met de zuiverste fluittonen vergelijkbaar zijn, vloeien met vroolijker klanken zacht ineen.

De Spotlijster dankt haar roem niet aan haar eigen gezang maar aan haar talent van nabootsing, waarvan de Amerikaansche natuuronderzoekers geestdriftige beschrijvingen hebben gegeven. Wilson en Audubon zijn van oordeel, dat geen andere Zangvogel hem evenaart wat omvang van stem en verscheidenheid van timbre betreft. "Het is niet de zachte toon van de fluit of van eenig ander muziekinstrument, dat men hoort," zegt Audubon, "het zijn de schoone geluiden van de natuur zelf. De volheid van tonen van het gezang, de verscheidenheid van intonatie en klankschakeering, de omvang van de stem, de schitterende voordracht zijn weergaloos. Waarschijnlijk bezit geen enkele andere Vogel zulke groote muzikale gaven als deze door de natuur zelf gevormde heerscher in het gebied der tonen. Verscheidene Europeanen hebben beweerd, dat het lied van den Nachtegaal met dat van den Spotvogel op één lijn gesteld kan worden; beide kunstenaars heb ik dikwijls hooren zingen, in de vrije natuur zoowel als in de kooi; ik zie er geen bezwaar in te verklaren, dat de tonen van den Nachtegaal, ieder voor zich beschouwd, even fraai zijn als die, welke de Spotvogel voortbrengt; het lapwerk van den Nachtegaal te vergelijken met de volledig afgeronde compositie van den Spotvogel is echter een dwaasheid." Wilson gaat niet zoover in zijn lof; Europeesche deskundigen zijn zelfs een geheel andere meening toegedaan. "De Spotlijster," zegt Gerhardt, "heeft haar vermaardheid ongetwijfeld te danken aan haar bekwaamheid in het navolgen van vreemde gezangen. Daar zeer weinige Vogels van de Nieuwe Wereld goed zingen, trekt ieder eenigszins dragelijk vogelgezang zeer de aandacht der Amerikanen, die vooral hierom de Spotlijster zoo verheerlijken. De lof, dien zij haar toezwaaien, is op zijn minst genomen overdreven: een kenner van het gezang der Europeesche Vogels zou een minder geurige wierook gebruiken." De berichten van de Amerikaansche onderzoekers over de bewonderenswaardige gave van navolging welke de Spotlijster bezit, worden trouwens door Gerhardt in hun vollen omvang bevestigd. "Den 29sten Juni," verhaalt hij, "lette ik op een zingend mannetje in onze nabijheid. Zooals gewoonlijk vormden de loktoon en het gezang van den Amerikaanschen Winterkoning bijna het vierde gedeelte van zijn lied. Na het voordragen van dit gezang en van den loktoon van de Purperzwaluw, schreeuwde onze Vogel plotseling als een Musschenvalk, vloog van den dorren tak, waarop hij tot dusver had gezeten, naar een omheining en bootste onder het vliegen den loktoon van de Tweekleurige Mees en van de Zwerflijster na. Op de heg liep hij met afhangende vleugels en omhooggeheven staart heen en weer, zong intusschen als een Vliegenvanger, een Troepiaal en een Tangara en lokte als de Zwartkoppige Spechtmees. Hij vloog vervolgens in een braambessenstruik, plukte er een paar vruchten af en riep daarna als de Goudspecht en als de Virginische Kwartel. Toen ontdekte hij een Kat, die aan den voet van een zwaar beschadigden boom rondsloop, schoot onmiddellijk luidschreeuwend op dezen rustverstoorder toe, ging, nadat de vijand de vlucht genomen had, zingend op een afgebroken tak van den bedoelden boom zitten en begon zijn lied van voren af aan." Wilson zegt, dat de stem van de Spotlijster vol en krachtig en bijna voor elken overgang geschikt is: "Deze Vogel is in staat tot het voortbrengen van alle mogelijke geluiden te beginnen bij de heldere en weeke tonen van de Boschlijster tot het woeste gekrijsch van den Gier. De Spotlijster volgt wat tempo en toonhoogte betreft, trouw den zanger, wiens lied hij zich toeëigent en overtreft deze gewoonlijk nog door de liefelijkheid en de kracht van de voordracht. In de bosschen van zijn vaderland kan geen andere Vogel met hem wedijveren. Zijne liederen wisselen bijna tot in het oneindige af. Zij bestaan uit korte afdeelingen van 2

"Om zoo schitterend te zijn," hernam de stijfhoofdige zanger, "moet zij zich zeker nooit anders vertoonen dan blinkend van diamanten, bedekt met edelgesteenten, in goud gekleed!" "Je hebt het glad mis," riep er een uit de menigte uit. "Zij gaat zoo eenvoudig gekleed, dat men haar, als zij niet zulke fonkelend zwarte oogen had, niet van anderen zou kunnen onderscheiden."

Een van hen, dien ik het eerst te zien kreeg, was de kleine zanger van Monteviédo, die net als ik de ondervraging gevreesd had en de vlucht had genomen. Ik herkende hem en hij ontveinsde niet mij te kennen. Wij groetten elkaar en begonnen een lang gesprek.

Die naam hoort toe aan de geschiedenis onzer letterkunde, door de onschatbare parelen van ingeboren vernuft en van dichterlijke harmonie, die in zijne werken liggen opgesloten; hij hoort toe aan onze zonen, die de liederen van den minnelijken Vlaamschen zanger niet kunnen vergeten.

Het was geen toeval dat hij het niet beneden zich achtte om een van de wildste oud-Franse Heldendichten Aliscans te bewerken, ofschoon, dat dient er bij gezegd, in een merkwaardig ridderromanties kleed! Er is een frisse, kernachtige kracht, een flinke durf in die Beierse ridder en zanger.

In de kooi houdt men dezen Vogel minder dikwijls dan zijne verwanten. Zijn gezang bevalt niet aan iederen liefhebber; er wordt echter te veel op afgegeven; de zanger verdient meer waardeering dan hem tot nog toe ten deel gevallen is. Haar naam ontleent zij aan den witten ring, die het oog omgeeft.

Welnu, dergelijke gebaren, die vermelden zanger tot een tweede natuur geworden waren, waren nagenoeg die van den leverancier Matthias van Guitt. Hij maakte in zijn spreken slechts van uitgezochte termen gebruik en moest voor hem, die met hem sprak en zich niet buiten het bereik zijner gebaren kon stellen, al zeer hinderlijk zijn.

en één toehoorster werd zoo geroerd door die teedere uitnoodiging, dat zij hem gaarne had willen toeroepen, dat zij het land kende, en er vol vreugde wilde heentrekken, wanneer hij maar verkoos. Het lied werd met grooten bijval ontvangen, en de zanger trok zich verlegen terug, overdekt met roem en eer.

Maar mijn dankbaarheid had de overhand op mijn verlegenheid, ik ging den kleinen zanger, wien ik zooveel verschuldigd was, mijn dank betuigen. Toen hij mij zag, kon hij zich niet weerhouden te lachen. "Wat ziet ge er uit!" riep hij, "ik herkende je in deze kleeding niet dadelijk; zooals ik zie, heeft de justitie je op alle manieren er van langs gegeven."