United States or Belarus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was eigenlijk een lachverwekkend gezicht, om zooveel goed gewapende cavaleristen met hoog omhooggeheven armen op hun paarden te zien zitten. Er gleed dan ook een glimlachje over Old Shatterhand's doorgaans altijd zeer ernstig gelaat, terwijl hij vervolgde: "Zoo! Wat denkt ge nu wel, dat wij doen zullen, boy?" "Schiet maar toe!" antwoordde de luitenant, tot wien die vraag gericht was.

Als hij zeer groote haast heeft, doet de Bever sprongen, plomper en onbehendiger dan die van eenig ander, mij bekend landzoogdier; achtereenvolgens worden hierbij het achterste en het voorste deel van 't lichaam omhooggeheven; toch komt hij op deze wijze vrij schielijk vooruit.

Een minuut of wat daarna werd de voorsteven van het schuitje door de golven, die de boot deed ontstaan, omhooggeheven en de reis nam een aanvang. Tom was zeer in zijn schik, dat hij nog juist bijtijds was gekomen: immers hij wist, dat de boot dien dag voor de laatste maal dienst deed. Na tien of twaalf minuten stopte de boot, waarop Tom overboord stapte en in de duisternis naar den oever kroop.

Reeds dachten de Roodhuiden dien slag te zien vallen; reeds openden zich veel lippen tot triomfgejubel, maar eensklaps sprong de blanke zijwaarts overeind het met opzet verkeerd gehouden mes deed zijn plicht; de tomahawk sloeg mis, en de vuist die hem bestuurd had, greep naar het bliksemsnel omhooggeheven mes, zoodat de strijdbijl op den grond viel; een snelle slag van Old Shatterhand tegen den linkerarm van den Roodhuid, en ook zijn mes vloog hem uit de hand; en nu gaf de blanke zijn tegenstander, zoo snel dat niemand er iets van zag, met het harde heft van zijn bowie-mes zulk een geweldigen stoot tegen de hartstreek, dat de Roodhuid als een zoutzak neerstortte en bleef liggen.

Een luide oorlogskreet aanheffende, sprong hij op Old Shatterhand toe, den tomahawk omhooggeheven, om hem den genadeslag te geven.

De Spotlijster dankt haar roem niet aan haar eigen gezang maar aan haar talent van nabootsing, waarvan de Amerikaansche natuuronderzoekers geestdriftige beschrijvingen hebben gegeven. Wilson en Audubon zijn van oordeel, dat geen andere Zangvogel hem evenaart wat omvang van stem en verscheidenheid van timbre betreft. "Het is niet de zachte toon van de fluit of van eenig ander muziekinstrument, dat men hoort," zegt Audubon, "het zijn de schoone geluiden van de natuur zelf. De volheid van tonen van het gezang, de verscheidenheid van intonatie en klankschakeering, de omvang van de stem, de schitterende voordracht zijn weergaloos. Waarschijnlijk bezit geen enkele andere Vogel zulke groote muzikale gaven als deze door de natuur zelf gevormde heerscher in het gebied der tonen. Verscheidene Europeanen hebben beweerd, dat het lied van den Nachtegaal met dat van den Spotvogel op één lijn gesteld kan worden; beide kunstenaars heb ik dikwijls hooren zingen, in de vrije natuur zoowel als in de kooi; ik zie er geen bezwaar in te verklaren, dat de tonen van den Nachtegaal, ieder voor zich beschouwd, even fraai zijn als die, welke de Spotvogel voortbrengt; het lapwerk van den Nachtegaal te vergelijken met de volledig afgeronde compositie van den Spotvogel is echter een dwaasheid." Wilson gaat niet zoover in zijn lof; Europeesche deskundigen zijn zelfs een geheel andere meening toegedaan. "De Spotlijster," zegt Gerhardt, "heeft haar vermaardheid ongetwijfeld te danken aan haar bekwaamheid in het navolgen van vreemde gezangen. Daar zeer weinige Vogels van de Nieuwe Wereld goed zingen, trekt ieder eenigszins dragelijk vogelgezang zeer de aandacht der Amerikanen, die vooral hierom de Spotlijster zoo verheerlijken. De lof, dien zij haar toezwaaien, is op zijn minst genomen overdreven: een kenner van het gezang der Europeesche Vogels zou een minder geurige wierook gebruiken." De berichten van de Amerikaansche onderzoekers over de bewonderenswaardige gave van navolging welke de Spotlijster bezit, worden trouwens door Gerhardt in hun vollen omvang bevestigd. "Den 29sten Juni," verhaalt hij, "lette ik op een zingend mannetje in onze nabijheid. Zooals gewoonlijk vormden de loktoon en het gezang van den Amerikaanschen Winterkoning bijna het vierde gedeelte van zijn lied. Na het voordragen van dit gezang en van den loktoon van de Purperzwaluw, schreeuwde onze Vogel plotseling als een Musschenvalk, vloog van den dorren tak, waarop hij tot dusver had gezeten, naar een omheining en bootste onder het vliegen den loktoon van de Tweekleurige Mees en van de Zwerflijster na. Op de heg liep hij met afhangende vleugels en omhooggeheven staart heen en weer, zong intusschen als een Vliegenvanger, een Troepiaal en een Tangara en lokte als de Zwartkoppige Spechtmees. Hij vloog vervolgens in een braambessenstruik, plukte er een paar vruchten af en riep daarna als de Goudspecht en als de Virginische Kwartel. Toen ontdekte hij een Kat, die aan den voet van een zwaar beschadigden boom rondsloop, schoot onmiddellijk luidschreeuwend op dezen rustverstoorder toe, ging, nadat de vijand de vlucht genomen had, zingend op een afgebroken tak van den bedoelden boom zitten en begon zijn lied van voren af aan." Wilson zegt, dat de stem van de Spotlijster vol en krachtig en bijna voor elken overgang geschikt is: "Deze Vogel is in staat tot het voortbrengen van alle mogelijke geluiden te beginnen bij de heldere en weeke tonen van de Boschlijster tot het woeste gekrijsch van den Gier. De Spotlijster volgt wat tempo en toonhoogte betreft, trouw den zanger, wiens lied hij zich toeëigent en overtreft deze gewoonlijk nog door de liefelijkheid en de kracht van de voordracht. In de bosschen van zijn vaderland kan geen andere Vogel met hem wedijveren. Zijne liederen wisselen bijna tot in het oneindige af. Zij bestaan uit korte afdeelingen van 2

Want de bijbelsche leering, dat wij naar Gods beeld geschapen zijn, valt alleen te begrijpen, maar dan ook volledig, zóó dat zij straalt van waarheid, als we ons vooroverbuigen tot de menschen, die nog menschjes zijn, en van de tot ons omhooggeheven effen gezichtjes en klare oogjes de verrukkelijke zekerheid lezen, dat dóór en uit hun nog passief, hun nog sluimerend menschelijk bewustzijn, het Goddelijk Bewustzijn onvertroebeld glanst.

Toen het ooglid geheel vochtig was, vloeide de traan langs zijn bleeke kaak, en hij zeide schier stamelend, het hoofd omhooggeheven, zacht en als tot zich zelf: "O gij, o Ideaal, gij alleen leeft!" De bisschop werd door een onbeschrijfelijke aandoening aangegrepen. Na eenig zwijgen hief de grijsaard een vinger ten hemel en zeide: "Het oneindige bestaat. 't Is daar!

Hoe vaak heb ik daar blijde van de naar het podium in den lichtglans omhooggeheven gezichten gelezen die wellicht soms nauwelijks bewust maar enorm sterk werkende zekerheid, hier schouder aan schouder met vrienden en niets dan vrienden te staan, hier veilig te staan in éénheid en door noest werken veroverde macht, hier heerlijk de menschen-waarde van zich-zelf en zijn lotgenooten te voelen, herwonnen op broodnijd, plat en bruut individualisme en concurrentie-haat.