United States or Cameroon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Langzamerhand ontfermde zich de slaap over de vermoeide oogleden die zich niet weer openden, dan toen zich daarbuiten een luid geroep deed hooren, en de deurmat van de tent opengemaakt werd. Een Roodhuid keek naar binnen, en zei: "De bleekgezichten kunnen opstaan en met mij medegaan." Zij stonden op, namen hun wapenen, en volgden hem.

Hij bezit eigendom en bekleedt een ambt. In één woord, hij is de gelijke van den blanke, voor zoo ver het van de wet afhangt, die gelijkheid te vestigen. Hier stuit de roodhuid op een onoplosbaar raadsel.

"Ja," antwoordde Old Shatterhand zoo doodbedaard, dat de Roodhuid als in verrassing uitriep: "Geef dan uw wapenen maar over!" "Neen, dat zullen wij nu eigenlijk nog niet doen!" "En gij zegt, dat gij u in uw lot wilt schikken!" riep de andere op een toon van groote verwondering. "Natuurlijk! Wij zullen ons schikken in het lot, dat uw woorden ons aangekondigd hebben. Maar wat hebt gij gezegd?

Is het de roep, wellicht de noodkreet van een blanke? Of de lokstem van een roodhuid, die aldus een verdoold jager in den strik wil lokken? Nu is de uiterste voorzichtigheid plicht. Mijn ooren richten zich naar alle zijden, vangen ieder geluid op. Men kon mij van verre omsingelen, zonder dat ik 't merkte. Maar geen verdacht geluid waarschuwt.

De boomen stonden zoo, dat men niet het geheele terrein van den wedloop overzien kon. De beide harddravers waren rechts verdwenen; men verwachtte hun terugkomst, en hield zich natuurlijk overtuigd, dat de Roodhuid de eerste zou zijn, die weer te voorschijn kwam. Doch hoe groot was aller verbazing, toen zij het eerst den kleine zagen, dood op zijn gemak loopende, alsof hij een wandelingetje deed.

Wanneer de Roodhuid een palaver houdt, is er geen einde aan zijn woordenvloed. Het onderhoud zou misschien verscheiden uren geduurd hebben, indien Old Shatterhand hem niet reeds bij de inleiding den pas daartoe had afgesneden. De Roodhuid keek hem half verwonderd, half gemelijk aan, nam weer plaats op den grond, en zei: "De Oude Donder is een beroemd hoofdman.

Hij was geen geoefend zwemmer, en moest eerst den juisten, afgemeten slag weten te vatten. Toen dat niet spoedig gelukken wilde, ging hij op zijn rug liggen, en zoo ging het beter. De strooming was hier niet sterk meer, maar hielp hem toch zooveel, dat hij den Roodhuid nog altijd bijhield. Zij bevonden zich nu beiden op de lange zijde van het meer.

Nauwelijks had men dan ook den laatsten Roodhuid gebonden, en al de buitgemaakte wapenen bijeengeraapt, of men vervolgde oogenblikkelijk den tocht. Vooraan reden de jagers, achter dezen kwamen de Roodhuiden, en de achterhoede vormden de rafters. Winnetou en Old Firehand reden met Old Shatterhand voorop. Zij hadden hem stil de hand gedrukt, de eenige begroeting die zij voorloopig noodig vonden.

De Groote Wolf gebood stilte, en sprak: "Deze lafaards zijn niet eens waard, na hun dood vrouwen te zijn. Geen Roodhuid zal durven aanraden, hen op vrije voeten te stellen, want hun schuld is veel te groot; zij moeten sterven maar zij zullen de eeuwige jachtgronden betreden als coyoten, rusteloos nagejaagd en vervolgd. Ik stel voor hen over te geven aan de honden. Ik heb gezegd!"

De doodskreten van die schildwachten hadden alarm gemaakt, en nu gold het, man tegen man te vechten, en de beslissing over te laten niet aan overrompeling, maar aan dapperheid en meerdere getalssterkte. De Roodhuid grijpt den vijand liefst in den ochtendstond aan, omdat men dan althans bij de toestanden daar te lande het diepst in slaap ligt.