United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan denk ik aan de vreugde van zijn machtige, vrije leven, aan het droevige van ons onnatuurlijk menschenbestaan, en er komt plotseling een floers voor mijn oogen. Als mijn blik de diepe kolk weer opzoekt en op de zachte oppervlakte rust, die glanst in stille kleuren, beweegt het kalme water aan mijn voeten. Daar is ook leven.

Hij reikte de lyra aan Straton, die een lied ter eere der liefde stemde, beginnende met de woorden: Hoe schoon glanst Eros' licht op purperroode wang! waarop de beurt aan Pheidippides en Kynaigeiros kwam.

Gelijk een schaduw grauw, schiet de forel, En schielijk, uit den zwarten nacht der steenen, En ijlt den bergstroom ver vooruit, verdwenen In ’t rimplend zonlicht, dat daar flikkert schel. En zie! ginds springt zij uit de klare wel, En glanst van zilver, door den dag beschenen, Doch plonst, dat vlokken spatten om haar henen, Terug, in ’t vlietend sneeuw, dat voortschiet snel.

Welk een zonderlinge sprookjesachtige wereld rondom ons! De hoogste bergtoppen zijn in donkere wolken verborgen, de rotswanden zien donkerblauw, groengrijs glanst de zee. Heinde en ver ziet het oog geen andere stoomboot.

Gij zijt de moeder van deez’ liederkrans: Gij hebt dien met uw zonneblik geschapen In ’t zwarte hart; zoo ’t glanst, ’t is door úw glans. Met úwe bloemen krans ik u de slapen, Uw eigen schepping leg ik om uw hoofd: Zoo zij uw naam voor eeuwiglijk geloofd!

En nu, het moet: ze mogen niet meer aarzelen: éen haalt er diep adem, geeft een schok, spreidt open zijn vlucht en slaat zich met éen slag uit den dichten drom, de lucht in. Hem volgen er dadelijk vele, de een na den ander; ze stijgen in blauw in bezwijmeling; het glanst alles om hen rond.

De wind stuift in de stoeiende wilgen. De blaren rukken driest, dollen en zwermen. Het is bladergesuis achter de schutting van den tuin, bladergesuis van de wilgen in zonlicht. Er is geen zee. Dolce far niente... Een musch lijnt door de warme, zonnige lucht, strijkt neer op een tak. De wind schudt tak en musch. Ze glanst in het licht, pikt met den snavel in het bruine borstje.

Toen zette zij zich op zijn stoel vóór de schrijftafel en schreef heel langzaam het volgende versje in het schrift: "Als een gouden droom, tusschen heester en boom hangt en glanst een laatste straal van de gloeiende schijf, die haar nachtverblijf reeds hervond in het zeekristaal.

Je bent overspannen van 't vele denken en van 't alléén zijn! Licht in haar stem! Hoe kom je er aan? Er is licht in haar stem, en licht op haar hoofd. Ik wou dat ze weêr kwam! Op haar hoofd is blond haar, dat glanst in 't maanlicht! Er is licht in haar stem! De Man moet licht in haar stem gezien hebben! Haar stem was niet onaangenaam. Ik houd het er voor, dat ze niet kwaad is.

Dan zal ons spreken zijn van 't stil-vermoede, Dat woordloos door ons beiden werd gevoeld, Het eindloos hoog-uit Klare, Zuivre en Goede, Dat glanst, óók waar de wereld woedt en woelt.... Maar, mocht het eeuwig nacht zijn, waar Gij zijt, Blijf, òns toch heilig, diep gebenedijd!