United States or Falkland Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit is een stille wensch, jongenslief! want ik wil u nog geen oogenblik van priktol of hoepel aftrekken, zonder u voor die vreugde iets anders te kunnen geven dan ... een wensch! Kinderrampen. Ik kom nog eens terug op het versje van Hölty. Hoe zalig als de jongenskiel Nog om de schouders glijdt! Dan is het hemel in de ziel, En alles even blijd.

Zij dachten aan het oude versje: "Toen de duivel ziek was, wilde de duivel een monnik wezen; En de duivel was een monnik, toen de duivel weer was genezen." en hierna duidden zij de tegenstanders van het uitbetalen der bluebacks aan als inflatie-copperheads, onder welken naam zij sindsdien steeds in de geschiedenis bekend zijn gebleven.

Ja, een dichter, daar wilde hij zich "niet zoozeer voor uitgeven." Maar een versje, om, "onder de roos voor te dragen," ja dat wou hij niet ontveinzen.

Heugt het UEd. nog, hoe spoedig hij, toen hij nog een kleine jongen was, dat versje van buiten wist, dat ik hem leerde, en waarin al de Boeken van het Oude en Nieuwe Testament naar rang vermeld worden, en hoe hij het altijd opzei in bed, als hij den slaap niet kon vatten?"

En zeker zou hij u met fierheid verhalen, hoe hij, na de jaren van vernedering te hebben medegemaakt, zich op een morgen, met de oranjekleur getooid, aan zijn medeburgers vertoonde, hoe hij door zijn tweeregelig versje: Durft niemand nog Oranje dragen, Ik durf mijn grijzen kop wel wagen, een der eersten was, die den Franschen dwingeland openlijk durfde trotseeren. Anneken Jans.

Wat zou dat leuk wezen.» »Dat kan welzei Karel. »We kunnen toch met ons drieën wel een versje maken. Zoo bijzonder mooi behoeft het ook niet te wezen.» »Goed! Afgesproken! Eerst zullen we de kevers in de mand doen, en dan het gedicht fabriceeren. Laten we gaanHa, wat gonsden en bromden die beestjes, toen we ze uit de kist in de mand deden.

Toen ik naar de beteekenis dier woorden vroeg, antwoordde men mij, dat de kinderen het irova van buiten leerden: eene soort van alphabet, waarin niet de klinkers en medeklinkers, maar de acht-en-veertig grondklanken der japansche taal, in een vierregelig versje zijn saamgevat. Het eerste woord van dit koepletje is irova: van daar de naam van het alphabet.

De regen en de wind werden den zanger thans te machtig, en daarom verschool hij zich achter de boot en weldra klonk vandaar opnieuw: Onder het zingen van het laatste versje kwam er een oud matroos naar boven en, zich begevende naar de plaats vanwaar nog altijd het gezang klonk, riep hij: "Ho, Jonge Kees, eeuwige dodelaar, waar zit-je?"

"Maar waar is het gedenkboek?" zeide zij op zekeren dag, toen zij de boeken op zijn schrijftafel doorbladerde. "Dat heb ik verbrand," klonk het korte antwoord. "Verbrand!" riep zij uit. "Hoe zonde! Hoe kon u dat doen?" Bijna instinctmatig voelde zij, dat hij dat gedaan had om een zeker klein versje, dat zoo zeker over haar lot beslist had, en toch herhaalde zij mechanisch: "Hoe kon u dat doen?"

Toen zij geen stok kon vinden, om daarmede de vrucht naar den oever te trekken, herinnerde zij zich plotseling het volgende versje: "Het verwijderde water is bitter, Het nabijgelegen water is zoet; Ga voorbij het verwijderde water, En kom in het water zoo zoet." Dit kleine liedje had het gewenschte gevolg.