Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juli 2025
Ik stijg hooger dan de maan, hooger dan de nacht, Ik ontdek dat de doodsbleeke schemer een weerschijn is van de middagzonnestralen, En goed doet aan het hechtste en middenste van alle leven, groot of klein. Verleden en heden wijken naar achteren ik heb er aan gegeven, ik heb er aan ontleend, Nu arbeid ik door en vervul den arbeid van de toekomst. Gij daar die naar mij luistert!
Joan was, toen het dier losbrak, dadelijk tot bescherming zijner geliefde toegesneld: hij wierp zich snel als de wind op het dier en greep het bij de ooren met zooveel kracht, dat het stilstond en weldra door Maessen en anderen, die toegeschoten waren, in bedwang gehouden werd. "Ulrica! mijn kind!" schreeuwde de Baron, naar zijn doodsbleeke dochter toesnellende: "zijt gij gewond?"
Je teleurstelling zal die ongesteldheid zijn, want teleurgesteld dát ben je zeker." Eva ziet hem aan met angstigen blik, en zegt nu met doodsbleeke lippen: "August, ik word werkelijk bang. Je bent toch niet.... zeg lieve August, je hebt toch geen erge hoofdpijn niewaar? O, o! die akelige vrek zal hem krankzinnig maken." "Nee Eva, oom zal me genezen.
Nauwelijks volwassen, baardelooze knapen, te zwak en te tenger om de vermoeienissen van een oorlog te torsen; knapen, wier knieën knikken onder 't gewicht van patroontasch en ransel, vormen het hoofddeel er van; maar in hun doodsbleeke, uitgehongerde gezichten staan een paar oogen, die beginnen te fonkelen en te gloeien, als de tamboer den stormmarsch slaat.
En, met treurig hert, zag hij naar de wolken, die, als waanzinnigen, elkander achternazetten in den hemel; naar de zee, waar de branding zich als lichtende schaapkens vertoonde, en, bij den gloed van lanteernen en toortsen, naar het doodsbleeke gelaat van den vischverkooper, dewelke hem bezag met valschheid en wraaklust. En de assche klopte op zijn hert.
Toen lag zij op dit bed, de schoone gestalte, gebogen onder den last des jammers, met doodsbleeke wangen en de blauwe oogen schitterende van koortshitte. "Is het niet genoeg, éénmaal zulk lijden te moeten aanzien? O God, bewaar mijn lieveling, mijne Lise!" bad zij, de handen in den schoot gevouwen, met oogen vol tranen.
Op een drievoet, die daarbij stond, kronkelden blauwachtige vlammetjes omhoog en hulden het lage vertrek in een benauwend schemerlicht. De goudmaker reikte het doodsbleeke meisje een blinkend wit linnen laken over en beval haar vervolgens haar kleeren af te leggen, zich op het purperen kleed op de tafel uit te strekken en haar jonkvrouwelijk lichaam met het laken te bedekken.
De doodsbleeke Lodewijk snikt als een kind, terwijl zijn roodgeschreide oogen aanhoudend naar zijn ouders kijken, zich voortbewegend onder de nog immer aangroeiende menigte. En naast Lodewijk's vader, den stevig-gedrongen, breedgeschouderden Antonie Hantelman, stapt de reuzengestalte van Toon Janssen.
Eva had hem een oogenblik met doodsbleeke lippen aangehoord, en nu, hoor, nu berst ze in een zonderling lachen uit; hoor, al sterker en sterker. "Eva! kind! bedaar! Lach zoo wonderlijk niet. Eva je maakt je te zenuwachtig. Eva! Eva!!" Maar of Helmond ook poogde haar tot bedaren te brengen, het baatte hem niet. Vreemder en vreemder werd steeds dat lachen.
De lamp die aan de zoldering hing, verspreidde een flauw licht over het doodsbleeke gelaat van den vreemdeling en over de Indiaansche vrouw die weder naast hem neergeknield was. Dit bleek een jong meisje te zijn, niet ouder dan vijftien of zestien jaren. Wat is dat voor een meisje? vroeg Cornelia. Zij bevond zich bij den gewonde en wij hoorden haar om hulp roepen, antwoordde Jan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek