Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Hij verzocht mij toen, het bestuur der bezittingen te blijven behouden en de interessen als een eigendom te beschouwen." "Die vrek!" zeide Mom: "hij had u alles even goed kunnen overdoen; want, vooreerst heeft hij aan die rijkdommen niets, en ten tweede zoude er op zijn recht van eigendom vrij wat aan te merken zijn."
»O!« zei de Jood en werd bleek. »Ze.... ze zijn van mij, Oliver; 't is mijn kleine bezitting. Alles wat ik heb om op mijn ouden dag van te leven. De menschen zeggen dat ik een vrek ben, m'n jongen. Alleen maar een vrek, anders niet.«
De jonge vreemdeling had inmiddels, na zijn maal geëindigd te hebben, het houten kistje geopend, en beschouwde door een nauwe opening van het deksel, den inhoud met een paar oogen, als waarmee de vrek zijn stapels goud schijnt te verslinden.
Want 't was niet voor niet, dat de predikant van Broby als een begeerige vrek rondging onder zijn gemeenteleden in plaats van hun een goede herder te zijn. 't Was niet voor niet, dat de kavaliers regeerden in dronkenschap en overdaad, niet voor niet, dat Sintram hen had doen gelooven, dat dood en verderf hen allen treffen zou.
Opmerking: Onder "goed" versta ik hier iedere soort van Blijheid en voorts al wat daartoe leidt, in het bijzonder al wat een verlangen, welk dan ook, bevredigt. Onder "kwaad" versta ik daarentegen elke soort van Droefheid en in het bijzonder al wat een verlangen verijdelt. IX v.d. Zoo houdt de vrek een overvloed van geld voor het beste, gebrek er aan daarentegen voor het slechtste.
Ik heb van Hostein gehoord, dat je in den laatsten tijd.... hm! hoe zal ik ’t zeggen....” „Dat ik oud word, mevrouw! Zeg ’t maar.” „Nu, nu! dat bedoel ik zóó niet, maar.... Zeg! wat denk je voor je benefiet te geven?” „Ik hoop „De Vrek”.” „Ei! dat’s geen kleinigheid. Ben ik er ook in?”
Wel te rusten;" en met een grijnzenden lach gaat zij de deur uit, die Strijkman werktuiglijk heeft geopend. "n'Avend, Strijkman! Kijk! 't regent." Op straat gekomen, lacht zij er heimelijk om, dat zij den ouden vrek zoo heeft beetgehad, en denkt er over na, hoe zij 't aanleggen zal om haar prooi altijd zekerder en vaster te verstrikken.
„’k Zal morgenochtend nog eens memoriseeren, maar de clausen willen er niet goed meer in. Ik begrijp ’t niet: ik kon „De Vrek” vroeger als mijn zak, dat weet je wel, en van morgen op de repetitie zat ik telkens vast. Hoe is het mogelijk? Mijn geheugen is toch goed.” „Geweest!” denkt de souffleur, terwijl hij ’t boekje opnemend zegt: „Komaan Walten! willen we dan eens even verder gaan?
Daar klonk op eens het schelletje en de roep „Halen!” ’t Scherm ging omhoog en ’t stuk was begonnen. ’t Is vol, zeer vol in den Schouwburg, zelfs het „schellinkie” en „de tien” zijn goed bezet. De korte, eenvoudige titel van het stuk „De Vrek” heeft de liefhebbers van moord en doodslag ditmaal niet afgeschrikt om hun penninkske op het altaar der kunst te gaan offeren.
Hij onderwees "subjectief," zooals de duitsche wijsgeeren het noemen, voor zich zelven en niet voor anderen. Hij was een baatzuchtig geleerde, een put van geleerdheid, welker katrol knarste, als men er iets uit wilde halen. Met één woord, een vrek. Er zijn in Duitschland eenige professoren van dat slag.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek