United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op dat gezicht keerde de ridder zich tot zijn schildknaap om en zeide: "Vriend, het geluk lacht ons toe, vroeger dan wij hopen of verwachten konden. Daar voor ons staan dertig en nog meer schrikbarende reuzen. Ik wil er op losgaan, op leven en dood met hen kampen en hun allen het levenslicht uitblazen.

»'t Is een gevangenis," zei hij, »maar een reizende, en als ik den neus buiten het raam kon steken, zou ik er wel voor honderd jaar huur aan willen hebben. Ge lacht, Barbicane? Waar denkt ge aan? Dat dit kamertje uw graf wel zou kunnen zijn? Is het er niet mooi genoeg voor?" Terwijl Michel Ardan aldus babbelde, hadden de anderen ook nog het een en ander te doen.

"Geduld is de sleutel tot alle genot." Hun vast geloof aan het niet te veranderen noodlot, drukken zij eveneens in vele spreekwoorden eigenaardig uit, b.v.: "Geen schild van verstand weert den pijl van den boog des noodlots af." "De mensch spreekt, het noodlot lacht." "Wat u toegedacht is, wordt u zelfs van daar toegezonden."

Onzeglijk is 't, onvatlijk, op wat wezen Zij lijkt wanneer haar mond slechts even lacht: Een wonder is ze, als nooit aanschouwd tevoren. Dit sonnet heeft drie gedeelten.

De hemel vergeve mij! tien duizend kronen staan nu op het hoofd van den man, die uw leven redde!" "Diable!" antwoordt Guy, niet zeer ingenomen met hetgeen hij hoort. "De Engelschman is heel goed in staat voor zichzelven te zorgen, wij zullen dus maar van hem afstappen en terugkeeren tot kolonel Guido Amati." "Apropos van hem," lacht Hermoine, "de geest vroeg, meen ik, om een middagmaal.

Laat echter de wind eens tot storm opsteken, en zwarte wolken hangen boven het diepe meer, dan verdwijnt alle vroolijkheid uit het landschap en als sinistere reuzen staan de rotsmuren in het rond; het geheel krijgt een tragisch aanzien, en de schipper, die met zijn boot door den storm wordt overvallen, is ver van veilig op dit watervlak van vijftig hectaren, waar de stormen vreeselijk kunnen woeden, maar dat in een volgend oogenblik weer lacht in den zonneschijn.

Hier lacht natuur Lucullus uit, Met zijn onschattelijken buit, Gespild aan kostelijke hoven, En plant hier in het dorre duin Een zoo vermakelijken tuin, Die alle pompe gaat te boven, zong de dichter J. v. der Burgh, in 1654, van het aangelegde buitenverblijf.

Of wel, hy moet dien dag kordaat ja of neen zeggen in antwoord op missive nummer zóóveel. Kortom, 's morgens by 't ontwaken valt je de wereld op 't hart, en dat is zwaar voor een hart, al is het sterk. Maar 's avends heeft men een pauze. Er liggen tien volle uren tusschen nu en 't oogenblik dat men zyn rok weerziet. Tien uren: zes-en-dertig-duizend sekonden om mensch te zyn! Dit lacht ieder toe.

De agent ligt languit op den grond, werpt een dreg uit. Telkens groote aandacht als het touw binnengehaald wordt. "Hij heit 'm!... Hij heit 'm!" Maar een groote mand hangt aan een punt van de dreg. "Je vangt bot," lacht d'r een. "Hou je smoel!" schreeuwt een slager: "mot je d'r mee spotten, als zoo'n stumper verzuipt!"

Ja, ze is dol op Etienne; Etienne is altijd vroolijk als een kind, en omdat ze ook vroolijk is en nog heel gaarne eens goed lacht, doen zijn grappen haar goed, maar of ze niet evenveel van Frédérique of van Otto of van mijn kinderen houdt, daar twijfel ik heusch niet hard aan. Als mama naar Londen of naar de Horze schrijft, zijn het klachten zonder eind, dat zij die verloren schapen nooit ziet!