United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De dochter van den predikant te Broby, die zij had opgeleid tot een bekwaam dienstmeisje, ontving haar. "Mevrouw is zoo hartelijk welkom," zei het meisje en kuste haar de hand. "Doe het licht uit," zei de Majoorske. "Meen je, dat ik hier den weg niet kan vinden zonder licht?" En toen begon zij haar wandeling door het stille huis. Zij ging van den zolder tot den kelder om afscheid te nemen.

Niemand moet denken, dat hij iets van zijn tocht vertelde, eerst veel, veel later heeft men uit hem gekregen, wat er eigenlijk gebeurd was. Ook verraadde hij de geheime bergplaats van den dominé van Broby niet, en deze merkte misschien nooit den diefstal. De kavaliers onderzoeken 't vel. "'t Is een mooie huid," zegt Beerencreutz. "Hoe zou die snaak uit den winterslaap gewekt zijn?

In den hoek waar de wegen uiteen loopen lag spoedig een hoop stokjes en stroo de schandeheuvel voor den predikant van Broby. Dat was de geheele wraak van het volk. Niemand hief zijn hand op tegen den predikant of zeide hem een boos woord. Hun harten vol wanhoop en vertwijfeling, werden verlicht door het werpen van een dorren tak op den heuvel. Zelf namen zij geen wraak.

Zij wenschte niet anders dan dezen droom steeds weer te droomen, zoolang ze leefde. De predikant van Broby zat in zijn eenzaam huis en schreide, schreide als een wanhopende. Zij had hem jong gemaakt! Zou hij nu weer oud moeten worden? Zou de booze geest terugkomen? Zou hij weer verachtelijk moeten worden, verachtelijk als hij geweest was?

Hoe zul je je staande houden, als ik niet meer steun? Jij, Melchior Sinclaire, met je ijzeren vuist, die je je vrouw laat voelen, neem je in acht! Predikant van Broby, nu komt je straf? Uggla, pas op je huis; de armoede komt! Jonge, mooie vrouwen daar, Elisabeth Dohna, Marianne Sinclaire, Anna Stjärnhök, meen niet, dat ik de eenige ben, die uit zijn huis verdreven zal worden.

Daarom had hij de kavaliers tot Heeren van Ekeby gemaakt; daarom had hij de predikant van Broby de gemeente laten uitmergelen; daarom had hij droogte en honger over het land gebracht. Op de markt te Broby zou de beslissende slag zijn gevallen. Door ellende aangehitst zou 't volk tot moord en diefstal zijn overgegaan. Daarna zou 't gerecht zijn gekomen en 't volk nog ellendiger gemaakt hebben.

Hij moet haat en verachting verdragen; hij moet kou lijden en honger en zijn medelijden dooden; 't is bijna alsof hij vergeet waarom hij is begonnen te sparen." De predikant van Broby ziet hem schuin aan. Hij vraagt zich af of Gösta hem voor den gek zit te houden. Maar Gösta is een en al ernst en ijver. Het is alsof hij zijn eigen zaak bepleit. "Zoo is het mij gegaan," zegt de oude zacht.

Hij kon niet verdragen, dat de menschen hem aanzagen. Maar aan sterven had hij niet gedacht. Hij wilde ver weg trekken, naar een ander land. Maar op den Zondagmorgen kwam hij neer van de heuvels en ging naar de kerk te Broby.

Toen hij bij de brug komt, hoort hij iemand zóó wanhopig schreeuwen, dat hij wel opkijken moet. In dien tijd was de kleine Duitscher Faber organist in Bro. Hij was een mager klein kereltje, en niet veel waard. En de koster was Jan Larsson, een flinke boer maar arm, want de predikant van Broby had hem zijn vaderlijk erfdeel afhandig gemaakt, volle vijfhonderd rijksdaalders.

Zóó lang is de stoet, dat de voorsten, de sterke mannen, heel bij het bosch ten Westen van Björne zijn, als de achtersten, de mismaakten, de zwakke ouden en de vrouwen, die hun kleine kinderen dragen, nauwelijks de kerk te Broby voorbij zijn. En dan verdwijnt de heele stoet in het donkere bosch.