Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 november 2025


"De verkooping is uit," schreeuwde hij. "Weg met jelui! Nooit, zoolang ik leef, krijgt de dominé van Broby mijn goed. Weg met jelui! Ik zal je leeren voor den dominé te bieden!" Hij stoof op den oproeper en de schrijvers af. Zij weken uit. In de verwarring werd de toonbank omgegooid en de landheer stoof als een razende op de menigte vreedzame menschen in. En ze vluchtten in wilde verwarring.

"In dit vervloekte jaar komt alles op ons, boeren, neer. God's hand drukt zwaar op ons. De winter zal hongersnood brengen. Wie is het dien Gods straf zoekt? Niet den predikant van Broby. Zijn gebeden rijzen nog op tot God. Wie kan het anders zijn dan deze kavaliers. Laat ons naar Ekeby gaan!" "Zij hebben de hoeve bedorven. Zij hebben de Majoorske op den weg laten zwerven als bedelares.

Maar toen zij den vroolijken maaltijd geëindigd hadden, toen zij 't vleesch met mierikwortel, de kool en de wafels gegeten en 't kerstbier gedronken hadden, toen Gösta hen had doen lachen en schreien, door hun van den majoor en zijn vrouw en den predikant van Broby te vertellen, hoorden zij sleêbellen voor de deur, en onmiddellijk daarna trad de booze Sintram binnen.

Hier, in de gemeente Broby, waar hij nu rondzwierf langs 't smalle water tusschen 't boven- en 't beneden-Löfvenmeer, in deze streken, beroemd om hun rijkdom en vreugde, waar landgoed aan landgoed en ijzermijn naast ijzermijn te vinden zijn, viel hem de weg te zwaar; de kamers waren hem te eng, de bedden te hard. Hier verlangde hij zoo bitter naar den vrede in de groote, eeuwige bosschen.

Als de landloopers aan de kleine hoeve komen, begint daar een vroolijk leven. Brandewijn en kaartspel en vreugdegedruisch brengen ze mee. En ze spreken van dieverijen en paardenhandel en van bloedige vechtpartijen weten ze te vertellen. Op Vrijdag begon de jaarmarkt in Broby en toen werd kapitein Lennart gedood.

Maar dat beloof ik je: als je leven wilt, zal ik de dochter van den dominé van Broby bij me nemen en haar tot een fatsoenlijk mensch maken. Dan zal ze er God voor danken, dat je haar meel weggenomen hebt. Nu, wil je?" Hij hief het hoofd op en zag haar in de oogen. "Is dat ernst?" "Ja, dat is het, Gösta Berling." Hij wrong de handen in angst.

Keurig gekleed, gewasschen en geschoren, met schoenen met glimmende gespen aan, met zijden kousen, met geplooide kraag en manchetten staat de dominé van Broby op dien zelfden middag voor de vrouw van den proost in Bro. "Een deftige dame, de dochter van een graaf! hoe kunt u meenen, dat ik, arme man! die in mijn huis noodigen kan.

Kapitein Lennart, Gods gezant, kwam op een namiddag in Augustus in de herberg te Broby en ging in de keuken. Hij was toen op weg naar zijn huis "Helgesaeter," dat een kwart mijl ten noorden van Bro ligt, dicht bij den zoom van 't woud. Kapitein Lennart wist toen nog niet, dat hij een van Gods gezanten zou worden op aarde.

Gösta bracht daartegen in, dat hij zijn schatten zoo goed verstopt had, dat niemand ze had kunnen vinden; maar Sintram lachte en zei, dat ze tusschen de duivennesten in den toren van Broby verborgen waren. Toen ging hij heen. Gösta ging toen het bosch in. 't Liefst wilde hij sterven op de plaats, waar het meisje van Nygaard gestorven was. Hij had daar den heelen middag rondgezworven.

"Ik zou heel graag eens van den oorlog hooren vertellen, door iemand die er zelf bij geweest was," ging de gravin voort. Maar ze hield plotseling op; want de dochter van den predikant van Broby zag haar aan en schudde met het hoofd. Zij moest iets gezegd hebben wat ongepast was. Alle menschen in de kamer keken haar aan, alsof ze tegen de allereerste regelen van wellevendheid gezondigd had.

Woord Van De Dag

schoolgebouw

Anderen Op Zoek