United States or India ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onmiddellijk achter de kist ging Anna Stjärnhök, de schoone, schitterende bruid van den doode. Zij had den bruidskrans op het hoofd, de bruidssluier voor en was gekleed in een wit sleepend bruidsgewaad van witte, glanzende zijde. Zoo getooid ging zij naar 't graf om daar aan haar bruidegom verbonden te worden. Achter haar kwamen paar aan paar aanzienlijke oude dames en deftige heeren.

Stel u eens voor, dat er eens iets verschrikkelijks b. v. hij, wiens naam men niet noemen mag, uit dien donkren hoek daar te voorschijn kwam. Wie was veilig voor hem? Hij verscheen niet alleen voor de boozen. Had niet Ulrika Dillner hem gezien? Zij en Anna Stjärnhök konden vertellen hoe ze hem gezien hadden. Vrienden, menschenkindren! Gij die danst en lacht.

Een van hen moet ik hebben. Wie wilt u me geven?" Anna lachte; een wanhopig, vertwijfeld lachen, "zullen we hier zielen staan ruilen, mijnheer Sintram, zooals men paarden verruilt op de markt van Broby?" "Ja juist. Maar als juffrouw Anna wil, kunnen we 't ook van een ander standpunt bezien. Uit dat van de eer der familie Stjärnhök."

Maar sinds hij je had leeren kennen, zooals je nu bent, zou hij er de kracht niet toe gehad hebben. Hoor nu, Anna Stjärnhök! vandaag heb je je bruidskleed aangetrokken om mijn zoon te volgen, maar als hij was blijven leven, hadt je hem nooit als bruid mogen volgen naar de kerk van Bro. Want je hadt hem niet lief! Ik zag het wel.

"Anna Stjärnhök, eens was je trotsch en eigenzinnig. Toen heb je met mijn zoon gespeeld, hem genomen en weer verstooten. Maar wat was dat! Hij moest het verdragen, hij zoo goed als anderen. En 't kan ook zijn, dat wij allen je geld even liefhadden als jezelf. Maar toen je terugkwam, bracht je zegen over ons huis, je waart toen vriendelijk en zachtmoedig, sterk en goed!

Nu staat ze op en 't bouquet valt op den grond. "Anna, je maakt me voortdurend wat wijs. Je zegt dat het een oude historie is, en dat de man al lang dood is. Maar ik weet immers, dat het nauwlijks vijf jaar geleden is, dat Ebba Dohna stierf. En dan zeg je, dat je dit zelf beleefd hebt. Je bent niet oud. Zeg mij nu, wie die man is!" Anna Stjärnhök begint te lachen.

Ontbreekt het u aan iets hier in de gemeente?" En de koortshitte en de stekende pijn in de borst verminderden, als zij haar antwoordden: "Hier zijn twee goede en rijke vrouwen, Marianne Sinclaire en Anna Stjärnhök. Zij helpen Gösta Berling en gaan van huis tot huis, om toe te zien dat niemand honger lijdt. En de brandewijnketel verslindt geen koren meer."

't Blaadje met toddy stond al voor hen. Ze waren er al minstens een uur. Anna Stjärnhök viel flauw, maar de oude Ulrika bleef rustig staan. Zij had wel gemerkt, dat 't niet in den haak was met hem daar op den weg. Later kwamen de kapitein en zijn vrouw met den grondeigenaar overeen, dat de oude Ulrika op Berga zou blijven. Hij wilde haar werkelijk niet krankzinnig maken, zei hij.

Nu is Ferdinand wel verloofd met de rijke Anna Stjärnhök, maar hij verveelt haar. Hij verveelt haar! En wat zal er dan van ons worden met onze drie koeien en onze negen paarden, met onze lieve, vroolijke jonge dames, die van 't eene bal naar 't andere willen, met onze dorre akkers, waar niets groeit, met onzen besten Ferdinand, die nooit een man wordt!

Maar Anna Stjärnhök meent, dat ze nu eindelijk een vinger in de wolken ziet, die haar den weg wijst. "Anna," zegt de gravin, "vertel eens een verhaaltje." "Waarvan?" "Och," zegt de gravin en liefkoost de bloemen met haar witte hand. "Weet je geen liefdesgeschiedenis?" "Neen, van liefde weet ik niets." "Wat een praatje! Is er niet een landgoed dat Ekeby heet, en is dat niet vol kavaliers?"