Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
Zij had de gravenkronen niet van zich gestooten, die boven haar hoofd zweefden, zij was de millioenen, die aan haar voeten gelegd werden niet voorbij gegaan, uit verlangen naar Gösta Berling en hij had Anna Stjärnhök niet vergeten. Neen, zij waren onschuldig, geen van beiden had dit gewild.
"Ja!" zegt Anna, "daar is een plaats, die Ekeby heet en daar zijn mannen, die 't land uitzuigen, die ons ongeschikt maken voor ernstig werk, die het opkomende geslacht bederven en onze beste vrienden doen dwalen. Wil je iets van hen hooren? Zal ik je een liefdesgeschiedenis van een van hen vertellen?" En dan begint Anna Stjärnhök te vertellen.
Ik heb nooit geprobeerd iets te verbergen. Maar 't is niet aangenaam zijn grootste smarten van de daken te hooren verkondigen en nog minder dat zelf te doen." Hij gaat heen. En op 't zelfde oogenblik zet gravin Dohna haar kleinen voet op 't bouquetje blauwe anemonen. "Nu heb je gedaan, wat ik wilde," zegt Anna Stjärnhök op harden toon tot haar. "Maar nu is 't ook gedaan met onze vriendschap.
En de mannen kwamen in hun galagewaad, met kanten kragen, met jassen met vergulde knoopen en vesten van brokaat en rijk geborduurd fluweel. 't Was een bruiloftsstoet. Zoo had de kapiteinsvrouw het gewild. Zelf ging ze naast Anna Stjärnhök aan den arm van haar man.
Hij houdt zijn paard in. "Zie eens, wat treft dat mooi," zegt hij. "Lieve juffrouw Stjärnhök, laat mij mijn reisgenoot naar uw slee overbrengen. Hij moet naar Berga van avond, en ik moet gauw naar huis." "Waar is uw reisgenoot?" Sintram maakt het zeil van de slee los en laat Anna een man zien, die slapend onder in de slee ligt. "Hij is een beetje dronken," zegt hij; "maar wat zou dat?
Maar 't berouw, dat de harten heen en weer slingert tot ze jammeren als de planken van Sintrams zaal onder den schommelstoel, en de twijfel, die voor onze ooren zingt als de bellen voor Anna Stjärnhök in 't eenzame woud.... wanneer worden zij tot verzinsels en leugens? Ach, konden ze dat maar worden!
't Was een geluk, dat Anna Stjärnhök kort daarna naar Fors kwam rijden, dat ze haar op den grond in de zaal vond liggen en haar weer bijbracht. Met mij zou dat zeker niet zoo gegaan zijn. Ik zou al lang dood geweest zijn. Ik hoop voor u allen, lieve vrienden, dat ge geen tranen in de oogen der ouden moogt zien.
't Is weer een vroolijk spel, dit gezegende leven, en zij zijn kinderen, die ondeugend geweest zijn en gekibbeld hebben. Ach! wat is 't heerlijk weer goede vrienden te zijn en weer als vroeger samen te spelen! 't Gerucht zweefde heen en weer en te zijner tijd bereikte Anna Stjärnhök het gerucht van deze wandeling. "Nu zie ik," zei ze, "dat God meer dan een snaar op zijn lier heeft.
"Ik?" vroeg de gravin; "ik zeg, dat Anna Stjärnhök wel wist wat ze deed, toen ze Elisabeth die historie vertelde." "Moeder begrijpt me niet," zei de graaf. "Ik vraag wat moeder van die historie zegt. Heeft gravin Märta Dohna beproefd haar dochter, mijn zuster, over te halen met een ontslagen predikant te trouwen?" Gravin Märta zweeg een oogenblik. Ach, wat was Henrik toch dom!
Ieder, die de jonge gravin ziet, is er verbaasd over, hoe zij met den dommen graaf Hendrik heeft kunnen trouwen. Die arme domooren! Zij hebben het kwaad waar ze ook zijn. Maar 't allerergst hebben zij 't in Wermeland. Er liepen al allerlei verhalen over graaf Hendriks domheid, en hij was pas twee- of drie-en-twintig jaar oud. Men vertelt b.v. hoe hij Anna Stjärnhök amuseerde op een sleevaart.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek