Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Zij zag Anna Stjärnhök vragend aan, maar 't meisje zat bleek en stil aan haar zij. Misschien streed zij om de inwendige stemmen te smoren, die reeds nu, op het graf van den doode, haar begonnen toe te fluisteren, dat zij nu eindelijk vrij was. "'t Is jouw schuld!" zeide de kapiteinsvrouw. 't Meisje zonk ineen als onder een knotsslag. Zij antwoordde niet.
Toen stond het meisje op, de oogen schitterend van geestvervoering. Zij rukte haar bruidssluier af en breidde die over het graf. Zij nam haar krans en legde die daarop. "Zie nu hoe lief ik hem had!" riep zij uit. "Ik geef hem mijn krans en mijn sluier. Aan hem verbind ik mij. Nooit zal ik een ander toebehooren." Toen stond ook de kapiteinsvrouw op. Zij bleef een oogenblik zwijgend staan.
Toen nu de gebeden gelezen waren en de aarde op de kist geworpen, gingen allen vandaar naar de rijtuigen. Slechts de kapiteinsvrouw en Anna Stjärnhök bleven bij 't graf om den doode nog voor 't laatst vaarwel te zeggen. De oude zette zich bij het graf neer en Anna nam naast haar plaats.
Als de stoet Helgesaeter nadert, is daar alles stil en verlaten. En weer slaat de overste met zijn vuisten op de gesloten deur. Alle bedienden zijn op de markt. De kapiteinsvrouw is alleen thuis en bewaakt het huis. En nu ook doet zij de deur open. En ze vraagt, zooals ze al eens te voren vroeg: "Wat wilt gij?"
"Zie," zei de kapiteinsvrouw, "ik heb tegen God gezegd: "Laat de Dood, de bevrijder komen en mijn zoon wegnemen. Laat hem, dien ik 't meest liefheb wegvoeren naar Uw vrede en die stille dreven, en slechts vreugdetranen zullen er in mijn oogen zijn; met bruiloftspraal zal ik hem naar 't graf brengen, en mijn roode rozenstruik, de rijkbloeiende zal ik hem mede geven naar het kerkhof.
Die was grof en haastig in elkaar geslagen, maar met rouwfloers en bloemkransen versierd, hij begreep, dat het de kist van kapitein Lennart was. Men had zeker de kapiteinsvrouw verzocht, de begrafenis te verhaasten, zoodat de groote menigte marktbezoekers aan de plechtigheid deel kon nemen. Hij stond naar de kist te zien, toen hij een zware hand op zijn schouders voelde. Sintram stond achter hem.
Nadat hij de kapiteinsvrouw had laten gaan, nam hij zijn hoed en stond een oogenblik na te denken, of hij ook iets vergeten kon hebben. Hij had echter niets vergeten als dat, wat hij vergeten wilde, zijn vrouw. "Ja zoo!" Hij liet het hoofd hangen en zijn innemend gelaat nam een pijnlijke uitdrukking aan. "Zal ik gaan of niet gaan?" vroeg hij zich af.
Toen barstte de kapiteinsvrouw in wanhoop uit: "O, hoe gelukkig zijn zij, die hun dooden mogen betreuren! Zij die stroomen tranen mogen vergieten. Ik moet met droge oogen staan aan 't graf van mijn zoon, ik moet blij zijn dat hij gestorven is. Wat ben ik toch rampzalig!" Toen drukte Anna Stjärnhök de handen vast tegen haar borst.
Zie daar ging de bruid, daar werd de bruidegom weggedragen, daar gingen ze zelve als voor een feest getooid, en toch wie van hen, die de paden dezer wereld betreedt, weet niet dat hem droefheid en rouw, smart en dood wacht. Zij schreiden bij de gedachte, dat niets op aarde hen daarvoor bewaren kon. De kapiteinsvrouw schreide niet, maar zij was de eenige wier oogen droog bleven.
Schuw wijken de menschen op zij voor die kleine schare verootmoedigde mannen. Als ze weg zijn, zegt de kapiteinsvrouw: "Wil iemand van hen, die mijn man in dezen tijd gekend hebben, mij zeggen waar hij geweest is en wat hij gedaan heeft?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek