Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


De kleine Faber wil naar den leensman Scharling om den koster voor poging tot moord aan te klagen; maar de Majoor zegt hem, dat het niet helpt in dit land, want hier is 't niet strafbaar een Duitscher dood te slaan. Dan kalmeert de kleine Faber wat en noodigt den Majoor uit, het avondeten bij hem aan huis te gaan gebruiken.

Zie hier eene lijst van die namen: Sartorius, dat is: kleêrmaker, van het latynsche woord sartor; Sutorius, de schoenmaker, van het latynsche woord sutor; Faber, de smid, ook nog meer »verschnörkelt" als Fabricius en Fabritius voorkomende, en in patronymikalen form als Fabri, Fabry en Faberi, dat is: Smids, des smids zoon.

Om deze reden wordt hij gewoonlijk gekozen, wanneer men aan gevangene Vleermuizen waarnemingen wil doen. Men kan hem eenigszins temmen. Faber heeft er gedurende verscheidene weken één gehad en zijn levenswijze nagegaan. Hij was zeer vlug vooral gedurende de avondschemering, vloog trouwens dikwijls ook over dag, maar sliep in de uren vóór en na middernacht.

"Wel verbazend! Heeft Faber zooveel koeien?" roept de Majoor. Maar de zaak was, dat de organist maar twee koeien had. Hij noemde de eene: "elf" en de andre "twaalf" omdat 't goed zou klinken, als hij over hen sprak. En hij vertelt den Majoor, dat zijn stal verbouwd wordt en de koeien daarom overdag buiten en 's nachts in de schuur staan.

Ik heb opruiming gehouden, mijn zuster en ik. Wij hebben een haan geslacht." "Dat treft prachtig," roept de Majoor uit. De kleine gedistingeerde juffrouw Faber komt dadelijk binnen met een verfrisschenden dronk in groote aarden kruiken.

De Majoor neemt de uitnoodiging aan, want, denkt hij, de organist zal wel een sleutel van de kerk hebben. En zoo gaan ze den Brobyheuvel op, waar de kerk, de pastorie, 't huis van den organist en dat van den koster bij elkaar liggen. "Bitte, bitte," zegt de kleine Faber, terwijl hij en de Majoor zijn huis binnentreden. "U moet 't eenvoudige voor lief nemen.

Volgens Faber broeden zij op IJsland slechts op één plaats, n.l. op de noordelijkste spits van het eilandje Grimsö. Ieder paartje zoekt diep onder de neergestorte steenklompen een geschikte plaats om te nestelen; men vindt in dit hol één wit, blauwachtig getint, zelden zwak roodachtig gevlekt ei van 50 mM. lengte en 35 mM. dikte.

Hij gaat naar 't huis van den koster, wekt hem, haalt hem half gekleed uit huis en zegt hem, dat hij den beer moet schieten, die om de schuur van Faber sluipt. "Als je den beer schiet, dan geeft hij je zijn zuster wel," zegt hij, "want dan word je opeens een geacht en geëerd man. 't Is geen gewone beer, die daar, en de beste man van 't land zou het voor een eer houden hem te vellen."

De koster wil met de zuster van den organist trouwen, met de kleine, fijne juffrouw Faber; maar de organist wil het niet hebben en daarom waren die twee mannen geen vrienden. Dezen avond is de koster den organist op de brug tegengekomen en is recht op hem toegevlogen.

De kleine Faber valt nu den Majoor om den hals en dankt hem, omdat hij zijn leven heeft gered; maar de Majoor schudt hem af en zegt, dat het niet de moeite waard is om voor te bedanken. De Majoor houdt niet van de Duitschers sinds hij te Putbus op Rügen ingekwartierd is geweest, in den oorlog met Pommeren. Nooit in zijn leven is hij zoo dicht bij den hongerdood geweest als toen.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek