Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 oktober 2025
Hij heeft intusschen den grooten sleutel in 't oog gekregen, die aan een knop bij de deur hangt, en zoodra de kleine Faber, die den Majoor onder 't drinken bescheid moest doen, 't hoofd op de tafel legt en snurkt, heeft majoor Fuchs den sleutel, zet zijn muts op en haast zich weg.
"Neen! neen!" En 't is niet zeker dat de koster in zijn toorn hem niet naar beneden had laten dansen in 't koude, donkre water, als niet juist toen Majoor Fuchs over de brug was gekomen. Toen werd de koster bang, zette Faber op vasten grond en liep weg zoo hard hij kon.
Toen hij bij de brug komt, hoort hij iemand zóó wanhopig schreeuwen, dat hij wel opkijken moet. In dien tijd was de kleine Duitscher Faber organist in Bro. Hij was een mager klein kereltje, en niet veel waard. En de koster was Jan Larsson, een flinke boer maar arm, want de predikant van Broby had hem zijn vaderlijk erfdeel afhandig gemaakt, volle vijfhonderd rijksdaalders.
Naar men bericht, hebben deze zeelieden toen een geweldige slachting onder de Vogels aangericht; hun buit bestond uit niet minder dan 24 Reuzenalken, zonder te rekenen die, welke reeds ingezouten waren. Faber bericht, dat in het jaar 1814 een boer op een kleine klip 7 Reuzenalken doodde.
De kleine Faber is verstijfd van schrik over zulk een eetlust! Maar hoe meer de Majoor eet en drinkt, hoe helderder zijn hoofd wordt en hoe meer zijn besluit rijpt, iets voor de kleine Faber te doen.
P. Epkema, Doctor in de Letteren, te Amsterdam. L. van Essen, Onderwijzer te Wijnjeterp, voor het Leesgezelschap: Behoudt het goede. J. L. Faber, Ondermeester te Bolsward. Jhr. A. L. C. Fabricius van Heukelom, Lid der Ridderschap van N.-Holland, te Amsterdam. D. P. Farret, Rustend Predikant te Harlingen. Bauke Feenstra, Opperwachtmeester by 't Regiment Rijdende Artillerie, te Amersfoort.
Als de eerste priesters, die de kerk verlieten, of wel door de verkondiging van de zuivere leer des evangelies pogingen deden, om de kerk te hervormen, worden met eere genoemd GELLIUS FABER DE BOUMA van Jelsum en MENNO SIMONS van Witmarsum.
't Is hem of hij in 't donker de beschreide oogen van juffrouw Faber voor zich ziet. Hij denkt er aan, dat hij haar en den koster wil helpen; maar 't gaat hem aan 't hart den grooten beer van Gurlita Klätt niet zelf te dooden. Hij heeft zelf later gezegd, dat niets in de wereld hem meer gekost heeft, maar omdat 't meisje zoo fijn en teer en zoo lief was, moest dat offer gebracht worden.
Uit de werkelijke brieven van D. D. aan Tine blijkt echter, dat zij zich over deze "caprice" ongerust maakt, nu hij haar onomwonden verklaard heeft, dat Sietske zijn Fancy is. Tot troost schrijft hij haar: "Zonder dat ik er aan dacht ben jij in de M. B. de hoofdpersoon geworden. Faber, de advocaat, merkte mij dat op (hij is heel fijn) hoe ik door de dichterlijke verheffing van Fancy, ù in de hoogte stak. (Dat is geheel natuur geweest en ik heb de waarheid gezegd als een kind of dronken man.) Weet je hoe dat blijkt? Fancy is met u eigen, intiem, identiek. Zij (de wil, de kracht, de energie, de fantasie) zij is met u vertrouwelijk en mij fopt zij. Voor u is zij bondgenoot, voor mij meesteres. U zegt zij de waarheid, met mij speelt ze." Maar 't is het tragische lot van de vrouw van den dichter geweest, dat Fancy zich telkens voor hem openbaarde in andere, jonge vrouwen, terwijl zij voor hem de blijvende Fancy was... op den achtergrond. Deze tweeledigheid in zijn liefdeleven tracht hij telkens haar te doen begrijpen, maar ze k
Maar hoe net en vlug en handig ze ook is, haar oogen zijn geheel beschreid. Dat juist maakt hem zoo zacht gestemd tegenover haar. Terwijl de mannen eten en drinken, gaat zij de kamer in en uit. Eens komt ze naar haar broeder toe, maakt een kniks en zegt: "Hoe zullen we de koeien in de schuur zetten." "Zet twaalf links en elf rechts, dan vechten ze niet," antwoordde de kleine Faber.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek