United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Smul slikte en schrokte zonder opkijken en ook vader van Dalen had heelemaal geen tijd tot praten. Hij at zooals hij wrocht: zwoegend, de schouders scheef van inspanning. Hij kreeg het al spoedig benauwd en legde vork en mes even neer om als boer Dons zijn vest uit te trekken en ook zijn broekband los te knoopen. "Goe gedacht!" riep Dons, en knoopte insgelijks los.

Ik weet, dat er dan een klein meisje jarig is, dat ik graag zou willen feliciteeren en 't is dan mijn plan, de kaboutertjes den volgenden dag mee naar hier te nemen. We verlangen allen erg naar hen en dan ... sedert gisteren heeft hier in huis een groote verandering plaats gehad, maar ik schrijf niet wat. Ik zal het mijn kaboutertjes zelf vertellen. Wat zullen ze opkijken!

Vader en Moeder mogen geen broodsgebrek lijden, zoolang ik er ben, en 't zou schande wezen, als ik anders handelde, dan ik doe. Wat zullen mijne vrienden vreemd opkijken, als ik als koloniaal terugkom, want dat verwacht zeker niemand van me.

Ik kon haar het zwijgen niet opleggen; ik kon alleen heengaan; en dat werd tijd ook, wilde ik niet als achterblijver beschouwd worden bij 't ontbijt. Zoo nam ik wat gehaast mijn afscheid, met een "tot weerziens," dat haar eenigszins verbaasd deed opkijken. Blijkbaar had Francis over mij gesproken als de gast van één dag.

"Wel, ik zal Tom aanstaande week eens hier vragen," zeide George; "en doe dan uw best, Tante Chloe, dan zullen wij hem eens laten opkijken. He! zullen we hem niet zoo laten eten, dat hij het in geen veertien dagen te boven komt?" "Ja, ja, zeker," zeide Tante Chloe opgetogen. "Gij zult eens zien! O! als ik nog aan sommige van onze diners denk!

Hij legde nieuw hout op het heerdvuur, ging zijnen wandelstok halen uit de horlogiekast en zette zich in den helderschijn van de houtvlam den koperen minsel en de kruk te poetsen. Trezia vond hem daaraan doende als ze binnen kwam en met 't eerste opkijken wist ze reeds wat het te beduiden was; maar Verlinde hief haastig het hoofd.

Hij dacht aan zijn eigen huis, daar waren ook kastanjeboomen, en altijd ging hij in dezen tijd de gladde kastanjes zoeken. Hij begon plotseling te verlangen, alsof hij een bekende stem had hooren roepen. Hij zette zich op een bank bij het groote huis en schreide zich rustig. Een eigenaardige geur deed hem opkijken. Er stond een man bij hem, met een wit voorschoot om en een pijp in den mond.

Toen knikte ze, aldoor zonder opkijken. En hij zweeg, opnieuw wat beklemd; hij begreep 't niet, dat lange snikken. Maar in-eens hief ze 't hoofd op, veegde met de linkerhand een paar tranen weg en keek hem aan, en over haar smal gezichtje, rood van 't huilen, lag nu zoo'n wijd-zachte zaligheid, zoo'n groot en innig geluk, dat hij er van ontroerde.

Met het even opkijken zag hij het witte schort van den hovenier achteloos achtergelaten in den rieten leunstoel; 't lag ineengerold, de wrong van de sterke lenden zat er nog in, vol knoeiende krinkels, en de banden hingen er slap en leêg bij. Toen was in eens de Narcerus met haar twee wonderlijke bloemen bezit gaan nemen van zijn verbeelden.

Zou Jo niet vreemd opkijken, als ze me zag?" vroeg Meta, vast besloten van hem te hooren, of hij haar mooier vond dan anders of niet. "Ja, dat zou ze zeker," antwoordde Laurie ernstig. "Vind jij niet, dat ik er zoo aardig uitzie?" vroeg Meta. "Neen," was het openhartig antwoord. "Waarom niet?" klonk het op bezorgden toon.