United States or Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoodra hij vertrokken was, gaf de Raadsheer Sartor aan onzen held een wenk, om de tafel, waaraan zij gezeten waren, te naderen. Terwijl Joan aan dit bevel voldeed, stond ook de Fiskaal op en trad aan de tafel, waarop het ondervragen een begin nam. "Uw naam?" vroeg De Vlaere. Joan zweeg en zag voor zich. De eerste vraag was voor hem de moeilijkste.

"Zooals gij wilt, Mijnheer Sartor!" antwoordde De Vlaere, zeer tevreden van een goede aanleiding te hebben om een twist te eindigen, waarin hij de gelukkigste rol niet speelde. "Dienaars! leidt den gevangene weg!" De dienaars traden toe en geleidden den Remonstrant weg, zonder dat het Joan gelukt was, diens gelaatstrekken te zien.

"Wees niet beteuterd," vervolgde Sartor, dit stilzwijgen aan vrees toeschrijvende: "geef ons openhartig antwoord. Hoe heet gij?" "Don Diego de Velasco." "Zijt gij daar zeker van?" vroeg de Fiskaal, Joan scherp in 't gezicht ziende. "Deze naam is de laatste, die mij gegeven werd. Vroeger noemde men mij Joan Van Craeihorst."

Waarschijnlik was de geslachtsnaam Teyler, in de vorige eeu te Haarlem voorkomende, wel eene halve verdietsching van Taylor. De geslachtsnamen De Naeyer, De Nayer, De Naeyere, Den Naeyer, enz. die meest in de vlaamsche gewesten inheemsch zijn, beteekenen ook kleêrmaker. Men vergelyke ook den geslachtsnaam Neyrinckx, op bl. 76 besproken. Kiliaan heeft nog »naeyer == sartor."

Dit is de noodwendige aanvang van elk zedelijk leven: het leven begint in laagtestand en gaat door het heilsgemis naar het heilsbezit, evenals in Carlyle's Sartor Resartus Professor Teufelsdrökh door het Everlasting No heen moet om het Everlasting Yea te bereiken. Maar hiermee is het leven niet verloren: zijn de negatieve wateren doorkliefd, dan komt het schip in positieven stroom.

"Deze brieven," hernam Sartor, zich tot den Fiskaal wendende, "zijn van zulk een aard, dat wij, naar mijn gedachten, buiten voorkennis Zijner Hoogheid geen stap verder in deze doen kunnen." De Fiskaal stemde zulks toe, en nu deed de Griffier de brieven weder in het pakket, hetwelk behoorlijk gesloten en verzegeld werd.

"Waarlijk!" zeide Van Kinschot, hem verachtelijk aanziende: "wij zullen zien, wie hier de bedrogene is." Het pakket werd nu geopend en de inhoud onderzocht. "Mijn God!" riep Sartor met verbaasdheid uit, toen hij den eersten brief den besten gelezen had: "wie kon dat ooit gelooven?" "Welk een afschuwelijk samenweefsel van verraad en list en huichelarij!" riep De Vlaere.

Zie hier eene lijst van die namen: Sartorius, dat is: kleêrmaker, van het latynsche woord sartor; Sutorius, de schoenmaker, van het latynsche woord sutor; Faber, de smid, ook nog meer »verschnörkelt" als Fabricius en Fabritius voorkomende, en in patronymikalen form als Fabri, Fabry en Faberi, dat is: Smids, des smids zoon.

Zij sprak er met niemand over, maar stelde een "treffende geschiedenis" op, en bracht die stoutmoedig zelve naar den heer Dashwood, den uitgever van "De Wekelijksche Vulkaan". Zij had wel nooit Sartor Resartus gelezen, maar haar vrouwelijk instinct leerde haar, dat kleederen dikwijls grooter invloed uitoefenen dan karakterdeugden of de toovermacht van goede manieren.