Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


"Waarlijk!" zeide Van Kinschot, hem verachtelijk aanziende: "wij zullen zien, wie hier de bedrogene is." Het pakket werd nu geopend en de inhoud onderzocht. "Mijn God!" riep Sartor met verbaasdheid uit, toen hij den eersten brief den besten gelezen had: "wie kon dat ooit gelooven?" "Welk een afschuwelijk samenweefsel van verraad en list en huichelarij!" riep De Vlaere.

"Misschien," zeide Van Kinschot op een weifelenden toon, "had de tegenwoordigheid van Zijne Doorluchtigheid in die vergadering eene zeer billijke reden, die...."

"Is het rijtuig van Zijn Doorluchtigheid nog beneden?" vervolgde Maurits, zich tot Van Kinschot wendende. "Ik ben hier te voet gekomen met mijn geheimschrijver," zeide de Graaf: "en dien heb ik weggezonden naar het oude Hof, met het bericht dat ik hier den nacht zou doorbrengen, en dat ik wel in een uwer rijtuigen zou komen."

Dat ten eeuwigen dage niet! dat past alleen aan mij." Van Kinschot haalde de schouders op: "qui vult finem, vult media," zeide hij: "dit zal Uwe Hoogheid zich nog wel van den academietijd herinneren." "Iets anders!" zeide Maurits! "wacht! daar schiet mij wat te binnen. De Secretaris des Graven, was die niet met Z. D.?"

Van Kinschot keerde terug, beladen met een pakket brieven; na deze, zonder spreken, op de tafel gelegd te hebben, boog hij zich en verliet de zaal. "Nu, Frits!" zeide Maurits: "neem plaats: wij zullen dit pakket eens gezamenlijk doorloopen: neem maar den eersten brief den besten en lees hem: gij zult er mij naderhand uw gedachten over zeggen."

"De Justitie treedt in geen akkoorden," zeide de Fiskaal op een strengen toon. "Kom! kom! Mijnheer Van Kinschot!" hernam Bleiswyk, lachende: "ik ga naar de mis, naar de oefeningen, naar de Arminiaansche conventikels, naar de synagoge, naar de moskee desnoods, overal waar het mij bevalt, en 't zal een kerel zijn die het mij belet."

"Van hoogverraad, Mevrouw!" antwoordde Van Kinschot: "Mijn Heeren!" vervolgde hij tot de gerechtsdienaars: "leidt uwen gevangene weg." "Arme! lieve Ulrica!" zeide de Gravin tegen Ulrica, die als versteend en van verschillende aandoeningen vervuld aan een tafel nederzat: "had iemand kunnen denken, dat uw verlovingsdag zoo ongelukkig ten einde zoude loopen?

Deze woorden geuit hebbende, maakte hij een deftige buiging voor het geheele gezelschap en keerde zich om met oogmerk van te vertrekken; dan eer hij nog aan de deur gekomen was, eer nog de aanwezigen van hun verbaasdheid waren teruggekomen, was de Fiskaal Van Kinschot binnen. "Jonkheer Jacob Mom," zeide deze, naar hem toetredende: "gij zijt mijn gevangene."

"Wat wildet gij zeggen," vroeg de Prins aan Van Kinschot, zoodra zij alleen waren. "Dat, zoo iemand iets verklapt, het geenszins een der Raadsheeren zijn zal; maar veeleer de brenger dezer brieven, die aan zijn kerker ontsnapt is." "Ontsnapt!.... niet mogelijk." "Ik heb hem duidelijk herkend op de bijeenkomst van dezen nacht, evenals de Remonstrantsche Proponent Raesfelt.

"Is de reden, waarom Hun Hoogheden niet komen, aan den Heer Fiskaal bewust?" vroeg Mom, naar hem toetredende. "Die zal zich misschien nader ontwikkelen," zeide Van Kinschot met een koele buiging: "Heer van Bleiswyk! een woord als 't u belieft." "Tot UEd. dienst," zeide deze, met hem ter zijde gaande.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek