Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


"Zooals gij wilt, Mijnheer Sartor!" antwoordde De Vlaere, zeer tevreden van een goede aanleiding te hebben om een twist te eindigen, waarin hij de gelukkigste rol niet speelde. "Dienaars! leidt den gevangene weg!" De dienaars traden toe en geleidden den Remonstrant weg, zonder dat het Joan gelukt was, diens gelaatstrekken te zien.

Zoodra hij vertrokken was, gaf de Raadsheer Sartor aan onzen held een wenk, om de tafel, waaraan zij gezeten waren, te naderen. Terwijl Joan aan dit bevel voldeed, stond ook de Fiskaal op en trad aan de tafel, waarop het ondervragen een begin nam. "Uw naam?" vroeg De Vlaere. Joan zweeg en zag voor zich. De eerste vraag was voor hem de moeilijkste.

"Zullen wij thans het pakket niet openen?" vroeg eindelijk De Vlaere aan zijn ambtgenoot. "Vooraf," zeide deze, "wenschte ik den gevangene te vragen of hem de inhoud bekend is." "Zoover ik weet," antwoordde Joan, "zijn het brieven, waarin de verbannen Heeren zich in de bescherming Zijner Doorl. aanbevelen."

"Waarlijk!" zeide Van Kinschot, hem verachtelijk aanziende: "wij zullen zien, wie hier de bedrogene is." Het pakket werd nu geopend en de inhoud onderzocht. "Mijn God!" riep Sartor met verbaasdheid uit, toen hij den eersten brief den besten gelezen had: "wie kon dat ooit gelooven?" "Welk een afschuwelijk samenweefsel van verraad en list en huichelarij!" riep De Vlaere.

"Mijnheer de Vlaere," zeide de andere Raadsheer, die een bedaard, ernstig man scheen te zijn, tot zijn ambtgenoot: "wij hebben nog veel te verrichten, en uit dezen gevangene is niets meer te halen. Ware het niet verkieslijker, het verhoor te staken en den Heer Fiskaal niet langer op te houden?"

Het eerste dat zich vertoonde, was een prachtige gouden keten. "Ei! ei!" zeide De Vlaere: "een kostbaar stuk werks, genoeg om een geheel boevenhuis om te koopen. Hoe komt Mijnheer aan dat pronkstuk?" "Het werd mij in mijn jeugd door de Gravin van Nassau vereerd." "Waarlijk! Nu, dit zal licht te bewaarheden vallen.

"Onbeschaamde!" zeide De Vlaere: "en gij zeidet, dat het brieven van de Remonstrantsche ballingen waren. Wat had uw oom daarmede te maken?" "Hij gaf mij die uit hun naam: ik had geen reden, zijn oprechtheid in twijfel te trekken. Heeft hij mij misleid, ik ben er onschuldig aan."

Maar wat is dat voor een boeltje? voor wien is dat poppengoed?" vroeg De Vlaere, toen hij zag dat de Fiskaal een pakje uithaalde, 't welk een volkomen, schoon wat ouderwetsch, kindergewaad behelsde. "Een stellig bewijs van hoogverraad," zeide Joan, met een bitteren glimlach. "Wat doet gij met kindergoed in uw valies?" vroeg De Vlaere.

"Het zijn de kleederen, die ik aanhad, toen de Barones Van Reede mij tot kind aannam. Ik had die met mij naar 's-Bosch gevoerd, om ze aan mijn oom te vertoonen." "Voeg die kleertjes bij de preciosa," zeide De Vlaere tegen den Griffier: "de Baron Van Sonheuvel is bij Mevrouw van Nassau gehuisvest, en wij zullen ons van de waarheid van 't een en ander gaan verzekeren. Is er niets meer?"

"Zeer wel!" zeide Van Kinschot, tegen de Raadsheeren langzaam met het hoofd knikkende, ten teeken van tevredenheid. De Vlaere zette het verhoor intusschen voort. "Waar zijt gij geboren?" "Ik weet het niet." "Gij weet het niet? Wat is dat voor een antwoord!" Hier trad de Fiskaal toe en fluisterde hem iets in 't oor: "aha ja! filius illegitimus! Waar opgevoed?" "Op den huize Sonheuvel? "Recte.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek