United States or Fiji ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onmiddellijk achter het paard van den gouverneur volgt de beul, geheel in het rood gekleed. Deze dienaar der gerechtigheid wordt, uit aanmerking van het gewicht zijner betrekking, steeds met zekeren eerbied behandeld; maar toch mag hij nooit achter zijn meester in een bevriend huis binnentreden: hij blijft voor de deur zitten, waar hem koffie, thee, en een pijp wordt aangeboden.

In dat afgelegen oord woonde ik de eenvoudige oplossing bij van een zeer ingewikkeld vraagstuk; na het eten, onder het rooken eener sigaar nog wat vertoevende, zag ik eerst eenige militairen en douanenbeambten de gelagkamer binnentreden, kort daarop door een geestelijke gevolgd.

Hij wilde dat ik er dies ondanks zou binnentreden en mij gedragen of ik niet eene mijner illusies verloren had; overigens vrijheid van denken en handelen!

"Welnu," zeide diegene, welke de stool aanhad, "Panne is immers bereid om zijn aanslag morgen in weerwil van allen tegenstand uit te voeren: de volkomen vergeving van al zijn zonden is hem geschonken: moedig en onbevreesd kan hij zijn gezegend besluit volbrengen, vroolijk en blijhartig pijn en dood trotseeren, en de eeuwige gelukzaligheid vrij en schuldeloos binnentreden.

Ik geraakte bij hem in zeer kwaden reuk, niettegenstaande ik hem somwijlen met welgevallen op de dwarsfluit hoorde spelen; een instrument, waarmede hij handig wist om te gaan. Deze nieuwerwetsche Egisthus knorde overluid, zoo vaak hij mij de kamer zijner meesteres zag binnentreden; doch zij gaf hem de minachting, waarmede hij mij bejegende, met woeker terug.

Hij is mij vriendelijk komen waarschuwen en ik ben er hem dankbaar voor. Doch nu zoudt gij mij genoegen doen, uwe lectuur van straks voort te zetten. Wij waren gebleven aan de woorden: Zij bewonderden hem van ganscher harte." "Uwe Hoogheid heeft een singulier geheugen," hervatte de page, die met zijn nagel een streep had gehaald, waar hij bij het binnentreden van Pieter was gebleven.

Ieder die wil kan binnentreden, en is terstond bij mijn broeder. Hij is nergens bang voor, zelfs niet des nachts. Dit noemt hij zijn dapperheid. "Hij wil niet, dat ik mij om hem beangstige, evenmin als Magloire. Hij stelt zich aan allerlei gevaren bloot, en wil zelfs niet dat wij er iets van merken. Men moet hem weten te begrijpen.

Gerrit en Gijs, met den zak op den rug, beschouwden lang het mooie huis met de vergulde letters, en waagden het eindelijk de stoep op te stappen, maar, tot binnentreden kwam het niet. "Wat mot je?" was de beleefde vraag van een mooien jongeheer, die met een hagelwit vest en een mooi zwart buisje aan, uit de breede gang op de boeren toetrad. "Lozies," antwoordde Gerrit.

Maar de generaal heeft er volstrekt geen plan op. Bij het binnentreden van deze kamer had hij aanstonds, zooals het paste, aan de ouders der jonge vrouw zijn compliment gemaakt. Kapitein Armelo voelt zich nu door zijn ega aan de wijde mouw van zijn uniformrok trekken. Hij verstaat haar. Als vader der bruid is hij verplicht hier ook iets te zeggen: "Ja ja Marie, ik weet wel!

Toch komt het mij zeer wenschelijk voor, eene strafbepaling te maken tegen hen, die personen, vooral minderjarige vrouwen, wien de bestemming van het huis onbekend is, in een bordeel lokken. Iedereen zal erkennen, dat het binnentreden van een meisje in zulk een huis op zich zelf reeds een blaam op het meisje werpt en hare toekomst in gevaar brengt."