Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Mijn renpaarden voedde het weerlicht, Zij drinken van 's wervelwinds vloed, En zij baden in 't purperen meer zich, 't Frisch meer van den morgenzon-gloed. Hun sterkte volstaat voor hun spoed; Stijg dan op met mij, Zeegeboorne! Ik verlang, door den nacht vaart een lichtschijn; Ik vrees, zij ontvlieden de' orkaan; Eer de wolken om de' Atlas gezwicht zijn, Omcirklen wij de aarde en de maan.

Ga ons na als 't lied versuist, Waar de wilde bij nooit ruischt, Door het diepe middagdonker, Langs het nachtgebloemte loom, Geuren aadmend in zijn droom, Langs de golfjes, waar geflonker Van een bron in holen blinkt, Wijl onstuimig en toch zoet Ons gezang speelt met uw voet Die zoo zacht ter aarde zinkt, Zeegeboorne! Zullen wij 't zingen volgen? Zachter wordt het En verder.

Ga ons na als 't lied verflauwt; Door het dauwig middagwoud, Langs de meren en fonteinen, Bosschen door, en grilge lijnen Van gebergten, naar de spleten, Diepten, scheuren, waar 't vaneengereten Lijf van de Aarde rustte van zijn lijden Op den dag toen Hij en Gij Zijt gescheiden Paar dat nu hereenigd zij; Zeegeboorne!

Dat wij rusten wen 't werk is gedaan: Stijg dan op met mij, Zeegeboorne! De wagen houdt stil in een wolk op den top van een sneeuwigen berg. Asia, Panthea, en de Geest van het Uur. Op de grens van den daagraad en 't duister Zijn mijn paarden veraadming gewend; Maar van de Aard hoorde ik juist een gefluister Dat sneller dan 't vuur dient gerend: Drinkt verlangen en vaart ongekend!

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek