Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
De koekoek roept getrouw het voorjaar uit, de mei houdt vol, bestendig langs de dreeven schalt nachtegalenslag en lijsterfluit, en alom zeegeviert het lichte leeven. De schat mijns harten. Aldoor maar moet ik bedenken de schoone gedachte, Telkens weer moet ik beschouwen den schat in mijn boezem, Nimmer verzaadt zij mijn oog, als eens rijken juweelsteens Wisslend geflonker.
In de zwarte, stompige vingers van den slijper, tusschen de rauwe, eeltige nagels teer-de het blauw-lichtend geflonker van facetten en de ribjes zetten kuiven van smachtend, waterig blauw als nachtegaal-kweel in staalblauwen nacht.
En daartusschen strekten zich in zacht geflonker, als groote tapijten van deftigen rijkdom, de malsche velden van roze-of-paarsbloeiende klaver en de fleurige aardappelakkers uit, forsch opgewassen in hun donker groen met overal de witte en lichtlila trosjes van hun bloementooisel, als ontelbare levende en rustende vlinders, stil-genietend van hun vrede in den zacht-dalenden avondglans.
Weeft nu het web van de mystische maten, Van de diepten des hemels en de einden der aard, Komt, snelle geesten van macht en behagen, Tot reidans en jubelzangen vergaard, Als de golven van duizend rivieren vliên In een zee van geflonker en melodiên!
Ze zweette en blies en 'r ooren vonkten den glimmrenden schijn door de straat 'r ooren droegen teeder geglans van dauw-op-een-bloemstruik 'r ooren, garstig en spek-bleek, slierden een zilveren herfstdraad met bevend geflonker door 't stuifsel dat voeten sloegen uit asfalt. Vet en heup-kwallend, dauw-smachtend, ging ze een hoek om.
De lichtere kleuren werden bijgevoegd door de bonte, opgeblazen ijdelheid der vermaarde hoffeesten met al hun geflonker van versleten allegorie en ondragelijke weelde. En nu?
"Wat een mooie plaats voor een hol," dacht ik, "want niemand zou je daar ooit vinden"; maar alsof 't gebeurde om mij tegen te spreken daar vond me een verdwaalde zonnestraal het plekje en wekte een geglans en geflonker van dansende schaduw en spelend licht onder wortels en stam van den gevallen boom.
De branding der dagen in hun stijgenden vloed, breekt er telkens weer op de grauwe drempelsteenen, terwijl daar binnen onverstoorbaar de stilte leeft, met wierookgeuren aangedaan en 't zacht geflonker van een kleurigen zonneschijn, die getemperd binnenvalt, gewijd tot meditatie in de wemeling van 't bonte glas.
Om niet eens van de diamanten en paarlen te spreken, die zijn wapenen en het tuig van zijn paard versierden. Maar hoe zonderling bij al dat geflonker het bleek en vermoeid gelaat afstak, waarvan de vaalheid nog meer scheen uit te komen door de gitzwarte oogen en de scherp afgeteekende knevels en wenkbrauwen.
Toen droomde weer de heilige stilte onder het twinkelend geflonker der miljoenen sterren, en iemand uit het donker groepje taalde: Toe, Soarelke, nog 'n vertellingsken. 't Es toch te scheun weer om noar bedde te goan. En Soarelke, na eventjes gekucht en wat gebromd te hebben, klopte de asch uit zijn pijpje, en begon met een ander verhaal...
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek