Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juli 2025


Ze wendde zich langzaam om, glimlachend, gestreeld, en zijne oogen waren vol bewondering. Hij kwam haar dan aanraken met gevoelige vingeren, omarmde haar en, toen hij wel wist dat ze in zachte duizeling ging wegzinken, kuste haar op haar mond. Ze bezag hem door hare tranen, bloosde lang en, binstdat ze rilde, slierden over hare schouders zijne ervaren vingeren weg. Seffens lachte hij luid.

Een steeg zwolg ze in; de deun echode in de steenen gang; en boven den warrelenden klomp van oranje en wit en donkere haren, slierden en vlogen de ballons aan de stokken en trokken vurige strepen, kringels en bollen van licht tegen den uitgang der steeg die blauwde in den kil komenden morgen.

De dagen, die hierop volgden, slierden langs een grijze reke voorbij en Johan Doxa herkende zijn eigen niet. Hij zat op zijn kamertje te dubben en zijn ongemak bleef duren. Hij at niet, telde de morgens en de avonden niet en de nachten vervulden zijn geest met beelden van onredelijke verschrikking.

Arm in arm, de mannen reeds zwijmelend, slierden ze door de straten, baldadig gillend uit heesche kelen ... Domien, met zijn harmonica, liep met lamme slungelig-buigende beenen en vooroverhellend lijf, vooróp, trok bij poozen een klagend-snerpenden toon uit zijn nauw nog plooiend en rekkend speeltuig.

Holmes greep mij bij de hand en leidde mij snel langs groote potten met planten, waarvan de bladeren langs ons gezicht slierden. Holmes bezat de merkwaardige eigenschap, welke hij bovendien zorgvuldig onderhield, in het donker te kunnen zien.

Knikkend sloegen de hoofden voort onder den zweepslag der bezetenheid, weg weêr, donker, licht; òp, neêr, òp, neêr, gelijk de koppen van riethalmen buigen en zich terugzetten onder het slaan van den wind; de kronkels vrouwenhaar slierden, de vlaggen brandden, en krijtend snerpte de houtfluit.

En weêr omziende herkende Gawein de, hem na kruipende, donkere gedaanten: zij sleepten zich ter sluiks over de ritselende bladeren, die reeds vielen in midzomer, maar zij dorsten niet nader sluipen en Gawein zag, dat zij haken in de klauwen hielden en hoornen droegen; zij slipten door het struweel ter zij van den weg; het waren duivelen en hunne staarten slingerden als van apen om hunne lijven of slierden over de ritselende bladeren en dan schoot een vuur uit hunne kelen en gloeiden als van wolven hunne demone-oogen en Gawein hoorde hen wel mompelen en murmureeren: Didoneel!

Hij stak het plein over, waar koopwaren onder zonnekappen lagen, geschreeuw van venters drensde. Uit d'aangrenzende stegen, sloppen, krotten en wakken drong leven van menschen. Voeten slierden over keien, kleeren flapten in haastig bedrijf.

De voeten slierden op de blauwe kareelen te voorschijn overhand, klein-stappend en ongemakkelijk, tot ze, in het heengaan, vasteren gang kregen en rap wegzoolden al piepend. Hij raadde echter de koppen die boven hem uitstaken, de bloote koppen, met nuchtere gelaten, van lui, die akelig-ernstig uitkijken en gemeen worden in plechtigheid. Allen wierpen gauw een blik op hem, dat raadde hij.

Bossen wintergroen onkruid pruikten uit de voegen, slierden er langs neêr aan de roestrood harige wortels. Nu, als tot een bastion, dijde de gracht uit. Smeden hadden er hun werkplaatsjes gemaakt in de uitpuiling van de muren. Een, gebukt boven den op zijn knie geknikten paardepoot, de fez achterover tegen het afvallen, hamerde het glimmende hoefijzer vast.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek