United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bossen wintergroen onkruid pruikten uit de voegen, slierden er langs neêr aan de roestrood harige wortels. Nu, als tot een bastion, dijde de gracht uit. Smeden hadden er hun werkplaatsjes gemaakt in de uitpuiling van de muren. Een, gebukt boven den op zijn knie geknikten paardepoot, de fez achterover tegen het afvallen, hamerde het glimmende hoefijzer vast.

Zij had acht koppen, en oogen rooder dan wintergroen. Bovendien had zij acht staarten, en dennen en cypressen groeiden op haar rug. Zij had een lengte van acht heuvels en acht valleien. Haar logge wijze van beweging was uit den aard der zaak langzaam, maar toen zij de saké ontdekte, dronk iedere kop gretig den verleidelijken drank, totdat de slang vreeselijk dronken werd en in slaap viel.

't Gezang is uit.... Mijn hart moet ijzen, ijzen.... Mijn lieve leven ligt... dood... in 't stof..." Drie dagen later zette een kleine stoet van Höjstrup zich langzaam in beweging naar Rödvig. Voorop de kist, bedekt met voorjaarsbloemen en wintergroen, daarachter een oud dorpsrijtuig, waarin een jonge vrouw en een kleine jongen.

De kleine brokjes grond, die nog in kloven en tusschen steenen waren overgebleven, lagen daar zonder wormen, zonder boschsterren, zonder witbloeiend wintergroen, zonder al dat groene, roode, en lichte, en zachte en sierlijke, dat gewoonlijk den bodem van 't bosch bekleedt.

Nu eens trekken ze uit op bessen van wintergroen , dan weer op boschmuizen. Ze ontdekken een ondiepte in de beek, als de zuigvisschen op den trek zijn, en wachten daar tot de groote visschen voorbijkomen; dan wippen zij ze met hun voorpooten uit het water en scharrelen er haastig achteraan.