Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
De oude Dons nam zijn zware pet af, maakte een kruis, vouwde zijn eeltige handen in elkaar en murmelde met neergeslagen oogen een gebed. Heel zijn gezicht was éénkleurig rood als een gekookte kreeft en de dunne sluike haren stonden er spierwit als sneeuw omheen. Allen volgden hem na.
"Krijg jij stekings in je kieze!", lachte zij: "Acht! Nommertje acht!" "Verschmacht!", riep Joozep weer. "Hou je bek, frotter haurik! Vloek zoo nie van-avond!", giegelde ze, afwerend 't wriemlend gezoek van z'n eeltige vingers, die kriewden in 't zweet van 'r broek en roepend opnieuw: "'t Nijnzekie! 't Nijnzekie!" "Hèi-je al eenmaal geroope!", knorde Nathan, "mijn negetje ìs gedek!" "Niewaar!
Hij had 'm als jongen gekend, om 'm gelachen toen-ie met blaren an de handen liep, met bloedende blaren van 't kokend soldeer. Rijst stond in het kalk-witte licht van het raam, bezig 'n dop op te maken. De eeltige, dikke vingertoppen kneedden de plaatjes soldeer, die kruimden, bijkants broos, smeltend en weer opgeduwd door de handige slaagjes der tang, alsof smijdig klei werd geboetseerd.
Toen zij, na een uurtje nog in de herberg de Toren met goede kameraden te hebben doorgebracht, weder te huis kwamen, vonden zij de lieden reeds aan tafel en op hen wachtende om het middagmaal te beginnen. Daar zagen zij nu den baas en zijne twee zonen, mannen met breede schouders en eeltige handen, minzaam doch weinig sprekende. Een stoel, waarvoor een bord stond, bleef ledig.
Zoodra zij hun gebied van slechts drie of zes of twaalf vierkante mijlen overschrijden, worden zij pijnlijk gegriefd; ze zijn slechts vorsten voor hunne onderdanen; de beleefdste postillon ter wereld lacht hen uit, zoodra hij de fooi van den onbekenden Wij over zijne eeltige hand heeft voelen glijden.
In de zwarte, stompige vingers van den slijper, tusschen de rauwe, eeltige nagels teer-de het blauw-lichtend geflonker van facetten en de ribjes zetten kuiven van smachtend, waterig blauw als nachtegaal-kweel in staalblauwen nacht.
Hij is heuschelijk en echt van "het" leven, hij met zijn verkromd lichaam, met zijn dorgeel hoofd, met zijn beenige, harde, vuile, eeltige vingers. Hij is van het leven in zijn pothuis, zooals er véél anderen van leven zijn.
Voorspoedig groeide het op, maar het had ruwe en doorgroefde handen, zijn rug was krom gegroeid, knoestig waren zijn vingers, en grof zijn gezicht. Het werk, waarmede Knecht zijn kracht ontwikkelde was hakken van hout, boomtakken binden, stammen sleepen, heel den dag. Eens kwam er een vrouw in zijn woning, hinkend op haar bloederige voeten, met eeltige handen en stompen neus. Meid was haar naam.
Met de versteltang tipte hij de brillant op 't puntig lijf van den eikel, drukte haar schuiner en de eeltige vingertoppen beaaiden het gloeiend soldeer, het smerend als olie om 't ophoekend deel van den steen.
Eén voor éen haalde hij de muntstukken uit zijn diepen broekzak, blies er de aanklevende tabak af, lei ze dan in de zware gebruinde eeltige hand, met groote diep ingesneden huidplooien, scharrelde wat rond in zijn vestzakken, overtelde nog eens aandachtig, met klein lippenbeweeg elk nieuw getal zeggend, het geringe sommetje ... "Twee frank!... Slecht!... Amper genoeg voor de weekhuur van ons kruipkot" ... Hij nam een wit-blinkend halffranksken tusschen de gekromde vuil-gele zwart-gerande nagels van duim en wijsvinger ... "En dat 's voor mij" ... stak het dan in zijn zak ... Van onder zijn klak, haalde hij een duchtig beknabbelde pruim te voorschijn, stak ze in den mond, bekauwde ze een paar maal, lei ze dan met behendige tong-beweging vast tusschen tanden en linkerkaak, die even uitpuilde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek