United States or Kyrgyzstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het woord fooi maakte blijkbaar indruk: de persoon kwam naar buiten, en, ofschoon wij hem door de duisternis weder uit het oog verloren, hoorden wij aan het geklos zijner klompen, dat hij ons naderde.

Op den bok van dat tweede rijtuig zit, naast den koetsier, een man in een glimmende regenjas. Voor een goede fooi heeft de voerman aan dat heerschap vergund om naast hem mee te rijden.

"Ik ga er nooit heen ik bedank altijd voor zulke invitaties," bromde Volle. "Je hebt er niets aan en 't kost-je nog geld ook; 'n rijtuig, 'n paar handschoenen, 'n fooi, 't komt je al gauw op 'n tientje, zoo'n avond!.... Dat is toch eigenlijk veel te duur!...." "Betrekkelijk," zei Sam, "als je nou houdt van dansen.... en je hebt niets beters te doen zoo'n avond...."

Dat kon nu immers juist 's een zuiver genotsmoment zijn, de ongeveinsde blijheid te zien in de oogen van zoo'n arm kind, als ze 's werkelijk verrast werd, niet met een neergesmeten fooi, maar met een cadeautje, als van een broer. Ze gingen een bazar binnen en kochten een ringetje.

Wellicht is het juister van het oude kopperen "smullen, drinken, pret maken" uit te gaan, dat van kop "beker" kan komen. Een volksetymologische vervorming is koppeltjesmaandag, wegens het bijeenkomen van het gemeene volk, evenals koperen maandag, naar de kopermunt, die dan als fooi gegeven wordt. Te Diest zegt men nog blijde maandag.

Ik liet hem in mijn wagentje derwaarts rijden en beloofde den voerman een dubbele fooi, om zijn paard wat aan te zetten. De klerk kwam in het kortst mogelijke tijdsverloop terug en bij mij. Zij had het reçu geteekend, Goddank! Alles was in orde. Maar dat pakket, haar waarschijnlijk toegezonden door vrienden of verwanten uit Engeland, lag mij zwaar op het hart. Wat bracht het haar?

Onder de dieren van een beestenspel zijn er steeds eenige, waarop de aandacht van het kijkgrage publiek meer in 't bijzonder gevestigd wordt door de uitlegging van den op een fooi belusten oppasser.

Waar ze wezen mosten, weet Joost: en ik vertrouw het werk maar half: ze lekenen allebei zoo bang om 'ezien te worden. Maar, wat scheelt het mijn ook? ze hebben mijn een goeie fooi 'egeven en dus, ik heb niks op ze te prittendeeren. Nou, ajus koopman, en je wordt bedankt veur je beleefdheid."

Hij groette nauwelijks en wilde de hut binnengaan. De oude greep hem bij zijn kleeren en zeide: Waarom zegt ge niets? Hebt ge geen goede fooi gekregen? Wat fooi! Ik heb heel wat anders gekregen, maar geen fooi, antwoordde de zoon die zeer ontstemd scheen. De menschen worden hoe langer hoe slechter! Zelfs heiligen kan men niet meer vertrouwen!

Ik kon mij niet weerhouden van te glimlachen: "zoo al de slaapplaatsen zoogoed gestoffeerd zijn als de mijne," dacht ik, "zal zeker het opredderen niet veel tijd kosten." Intusschen naderde ik ook op mijne beurt de oude vrouw en stelde haar onder dankbetuiging voor het nachtverblijf eene kleine fooi ter hand.