United States or Central African Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Vol! met kisten en kasten, in 't voorhuis, ja, dat gaôt wel an." "Maar met menschen?" vervolgde de reiziger. "Met menschen!" herhaalde zijn reismakker: "dat kan ik juist niet zeggen. Ik heb niemand buiten hem in 't voorhuis ezien." "Nu ja, in 't voorhuis; maar zijn woning is groot."

Och! hij heit nooit willen deugen; maar ik kan het warentig niet helpen: ik heb hem vermaningen genoeg 'egeven." Vervolgens den toon latende zakken: "UEd. heit toch niet 'esproken met Tante, van dat UEd. hier laatst 'eslapen heit, en van de menschen, die UEd. hier heit 'ezien?" "Volstrekt niet," antwoordde ik: "maar zeg mij, hoe kent gij die lieden?"

De voerman liet het zich geen tweemaal zeggen, maar sprong op het krat en lei de zweep over het paard, dat terstond, met meer vlugheid dan ik het oordeelde te bezitten, zijn weg vervolgde. De gansche vergadering bleef het rijtuig eenige oogenblikken in stomme verbazing naöogen: totdat de waard de stilte brak met den uitroep: "wel wie heit zijn leven zoo iets 'ezien?

"Is uw zoon niet hier?" vroeg Tante, ziende, dat Martha zelve met een tafel en stoelen kwam aandragen. De oude vrouw zuchtte en haalde de schouders op: "och Mevrouw!" zeide zij, "men zoon is men kruis: sedert acht dagen heb ik hem niet 'ezien: waar hij zit, God weet het."

Eenige boeren en boerinnen, die met open mond en oogen de aanspraak van den spellebaas hebben aangehoord, steken de hoofden bijeen en overleggen: "Kom, loaten we ook èns goan kieken; ik zoo'n spul nog nooit 'ezien; 't kost wel veul, moar 't mot er nou moar deur! 't Is moar èns karmis!" "Toe, Jan, jij veuruut." "Nou, Bert, wacht en hortje!

»Ja wel! maor dat is eel wot aorsvalt een Zeeuw in. »En waor is et, 'k eb zelvers de vlag op het Paleis van Justitie ezienJan en Louis begrepen, dat het wachten op het eerste schot heel lang kon duren en gingen daarom verder. »Louis! niet meer naar de nieuwe stad; naar 't Leidsche plein en de Kalverstraat

Na ons trouwen kwam ik, omdat vaôder estorven was en ik moeder niet alleen kon laôten zitten, weer bij haôr en werd al spoedig tot veerman anësteld: maôr oe weet, dat die vreugd kort eduurd heeft." "Jaô," zeide de oude vrouw: "Gheryt heeft al wat ezien in zijn leven, en wat met moeder moeten optrekken en rondzwerven.

"Da's niet waar!" zei het vroolijke meisje, "want ik heb den jongen al 'ezien met 'et haas. Maar waar zijn de hoenders, Teun?" "Ik heb er geen te pakken kennen krijgen!" zei Teun de Jager; maar hij gevoelde dat zijn gezicht hem verried. "Toch niet, Sij!" voegde hij er bij, toen deze hem ongeloovig aanzag. "Al waar, maat?" zeide zij, en greep naar de tasch om zich te overtuigen.

"Gen avond, Gheryt!" zeide moeder: "kom, Klaôske! zet een bank voor vaôder als een man. Nu! hoe staôt oe zoo te lanterfanten? Maôr kijk, daôr het onze Gheryt nog iemand bij hum, dien ik niet eens ezien had." "Gen avond vader! gen avond Gherytman!" herhaalde de vrouw des huizes, haar bedgordijn al verder opschuivende en zich half oprichtende: "komt oe mij niet eens een toet geven?"

Kom nou ens hier, dan zâ'k oe ens 'n grap loaten zien," zegt Pieter de tuinman, tegen Jakob, die tegen het inrijhek zijn pijpje staat te rooken en in 't zonlicht zijn rug baadt. "Wat dan?" "Dat gèf ik oe in tien moal te roaien! Ik 't doar net bie toeval 'ezien." "Nu, wat is 't dan? Ik raad niet graag." "Goai es mee!