United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De rijweg door de Manteling achter Westhoven, Berkenbosch en Duinbeek slingert zich schilderachtig over de met knoestig bosch dicht begroeide duinheuvelen. Wie een flinke wandeling van Domburg uit wil maken en niet tegen een drietal uren afstands opziet, verzuime niet, die naar de Oranjezon te kiezen, door de Manteling heen en terug over de landgoederen Overduin en Zeeduin.

Zijne vingers sloten zich instinctmatig en omklemden een cylindervormig, knoestig voorwerp, van betamelijke dikte, dat zij meer gewend waren te hanteeren. Kin-Fo vergiste zich niet, het was een rotting dien men hem in de rechterhand had gestoken; op hetzelfde oogenblik hoorde men, op bedeesden toon, de volgende woorden: »Als het mijnheer behaagt!"

Voorspoedig groeide het op, maar het had ruwe en doorgroefde handen, zijn rug was krom gegroeid, knoestig waren zijn vingers, en grof zijn gezicht. Het werk, waarmede Knecht zijn kracht ontwikkelde was hakken van hout, boomtakken binden, stammen sleepen, heel den dag. Eens kwam er een vrouw in zijn woning, hinkend op haar bloederige voeten, met eeltige handen en stompen neus. Meid was haar naam.

Daarom, laten wij samen dolen; allicht zweeft het Scaec weêr op, in het gelucht, gelijk een leeuwrik, en licht ons voor, waar wij het vangen kunnen.... En zij doolden door het woud, samen. Het woud werd ontzaglijk wijd, de zware eikenboomen stonden er reusachtig met eeuwoude stammen en knoestig verwrongen tronken en lieten door hunne zware bladerenweefsels nauwelijks lichtschijn door van den dag.

Afer!! gilden de vrouwen. Hier is Afer, dominus! Zij brachten Afer, hem steunende, hinkende op en Afer zeide, schokkende over heel zijn knoestig lichaam: Ik nog, dominus, maar ik geloof.... W

Soms is het watervlak omsloten door geweldige rotsen, binnen welker wanden een gedempt en schemerachtig licht elken vorm verzacht, terwijl dikwijls aan den oever een ruw-getimmerde boot ligt van knoestig hout, die daar eeuwen schijnt te hebben gerust. Eindeloos ver strekken zich de dennen- en pijnbosschen uit.

Toen ik hem verzocht om voor Alexander te verschijnen, antwoordde hij: "Als Alexander mij gaarne zien wil, kan hij tot mij komen; als hij van mij leeren wil, kan hij tot mij komen; wat het ook zij, hij kan tot mij komen". "Maar", zeide ik, "hij is koning". "Goed", antwoordde hij, "ik ben wijsgeer". "Neen, maar hij is Alexander". "Ja, maar ik ben Diogenes". Ik was geërgerd, toen ik iemand, zoo knoestig van gedaante, zoo knorrig in zijn spreken vond.

Ze stapten onder de doode kastanjelaars, wier knoestig gebeente wijdarmde in de groen-gele flikkering van de gaslantaarns. De Louizalaan was eenzaam. Soms zoefde er een elektrische tram voorbij, die om zijn ijlende klaarte de stille schaduwen van den nacht verplaatste en, al jagende, een stralende gaping boorde door de donkerheid. De huizen stonden, zacht verlicht, voornaam en statig.

De poolsche jood, half naakt, de ettrende heup kil belicht, de handen knoestig geklemd om 't hout, den baardigen kop in martling bewogen, leek in 't scheemrende, morsige bedhok zoo afzichtlijk ziek en benauwd, dat Eleazar terug-schrikte en 't slingrende glas water uitgulpte.

Uit metingen aan de sporen van Tijgers, die vluchtend wild vervolgd hadden, is nooit een grootere sprongwijdte dan van 5 M. gebleken. Boomen beklimt hij niet of alleen bij groote uitzondering, n.l. als de stam hellend of knoestig is; gladde, rechte, verticale stammen kan hij niet beklimmen.