Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


De schouders van den grijzen, mageren slijper schokten ontkennend: "d'r loope 'r honderde leeg.... niet te telle." Het gezwijg hield hen weer bezig in 't gestommel der zaal. Warm, met heete prikkelingen over de tong en 'n inerte verdoffing in z'n denken, stutte Eleazar het hoofd op de klam-kille handen, keek met nattige oogen naar het doen van Rijst den versteller.

Tegen de kleine ruiten van 't venster, zwak doorkruist; en het gespannen tullen gordijntje, rondde de rug van den pratenden slijper en de vierkanting van zijn gladgeknipt beenig hoofd bewoog in rustig geschok. Het gelaat had geen wit, geen trekken meer. De stem sprak uit het wiegend hoofd, uit den zwarten bollenden rug.

De godin der schoonheid zelve, de gladiatoren en de slijper bleven op hun plaats; want de glans, die er van de Madonna, Jezus en Johannes afstraalde, boeide ze daaraan vast. De heiligenbeelden waren geen beelden meer: het waren de heiligen zelf. Welk een glans en welk een schoonheid van zaal tot zaal!

Neen! waarachtig niet, eerst in de diamanten ik ben slijper en zetter en later handelaar geweest, maar ik heb malheur gehad in de zaken. Ik ben altijd te eerlijk en te goed van vertrouwen geweest, weet je ik heb ieder 't zijne willen geven, ik kon geen mensch bedriegen en daarom ben ik uit m'n vak gegaan.

In de zwarte, stompige vingers van den slijper, tusschen de rauwe, eeltige nagels teer-de het blauw-lichtend geflonker van facetten en de ribjes zetten kuiven van smachtend, waterig blauw als nachtegaal-kweel in staalblauwen nacht.

"'k Had opgespaard," zei deze, pratend dicht bij 't oor van den slijper: "maar drie maande in 't gasthuis... en 'n zuster gestorve en de kindere hier... en de reis... 'k Loop zonder 'n cent... zonder 'n cént... Heb jij geen werk?"... "'Wou d

Aan haar zijden prijkten marmeren beelden, bij welke het leven des geestes den steen doordrongen had; het zijn naakte, schoone mannen; de een wette zijn zwaard: deze werd de slijper genoemd; de worstelende gladiatoren vormden een andere groep; het zwaard werd gewet, en er werd gestreden voor de godin der schoonheid.

Maar ook zijne twisten met Schout Bardes komen hem voor den geest, hij weeft nogmaals in zijne gedachte met den Pastoor der Oude Kerk het net, dat hij dien geheimen vijand spannen zal: hij onderhoudt zich nogmaals met zijne medeplichtigen; Geele Fij, Volkje Willems, den Notaris Kees Maartszoon, den Slijper Arie Janszoon, die, door zijn goud of zijne beloften bekoord, den Schout en zijne huisvrouw valschelijk beticht hebben van Wederdooperij: en al is de valschheid dier beschuldiging toen bewezen geworden, en al heeft hij, als verdacht van omkooping, jaar en dag gevangen gezeten., en al heeft hem die zaak schatten gekost, men heeft hem toch eindelijk weder moeten ontslaan; en terwijl Volkje in de gevangenis is overleden, Fij op jammerlijke wijze ter dood gebracht, de Pastoor en de Notaris gebannen, de Slijper bovendien gegeeseld is, is hij de eenige geweest, schrander genoeg om te zorgen, dat er geen bewijs tegen hem te vinden ware: en wederom glimlacht hij bij de herinnering, dat hij toch nogmaals, na dien tijd, tot de Burgemeesterlijke waardigheid verheven is geworden; en dat, al was de Schout te dier gelegenheid den hem gespannen strik ontgaan, hij, Henrik, zich later toch op Bardes heeft zien wreken, toen die ongelukkige, op zijn ouden dag voor den Bloedraad geroepen, de felste pijniging en geeselingen heeft moeten doorstaan en zijn leven in armoede en waanzin geëindigd heeft.

"Gróót gelijk heit-ie!", riep Nathan schorkrijschend alsof-ie achter de voddenkar liep: "Stel jij je godverdomme in de brès voor die luie pargen!... Neem jij de partij op tègen je zwager!" "As hij en as juillie niet je èigen vijanden waren", hield Eleazar vol: "dan was 't met de ellende gedaan"... "Verrek! Verrek! Val dood!", schreeuwde de slijper.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek