Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Er werden nieuwe grogjes en glazen bier besteld en 't losse gepraat begon weer, 't levendige gooien met woorden door de lauwe wolk van sigarenrook, heen en weer over de nattige, viezige tafel, de kleffe tafel-met-glazen, 't gebabbel en gelach om allerlei voorvallen en allerlei menschen, en de verhalen van vroegere fuiven en van slimme zetten en bofferij en verlakkerij, en de indécente verhalen en raadsels en uien.
Sprakeloos aten ze de laatste millimeters worst, de laatste kruimels brood. De regen stroomde sterker. Uitgeput leien mevrouw en Amélie in de nattige bulten, pogend te slapen. Meneer, die de acetyleen had opgestoken nog 'n uur kon die br
Star keek hij het raam uit, eerst naar het overzij-dak, felrood en dampend. Sufbleeke wolkjes krulden de goot langs en ook van de nattige pannen steeg als een waas het opdrogend vocht. Dan zag hij omlaag naar de kindren die samen gingen de poort door met Mijntje, de dochter van Suikerpeer. Achter hem schorde de schuier, hijgend met lang-dorre stooten.
't Ligt er aan wat je aardig noemt, 't Maakt mij altijd akelig naargeestig. En de Gedaante nam weer haar arm, zeggende: Niet sentimenteel zijn! Samen gingen ze nu verder langs de grijs-bemoste dennen, welker geur zwaar in de zwoele lucht hing: in den vochtig zwoelen damp, dien de morgenwarmte uit het nattige mos deed stijgen. Het licht is uit haar stem! maar 't is niet weg!
Dat had hij nu toch gedaan, want Edward zou hem willen troosten, bemoedigen, opwekken, en dat is immers helpen. En hij soesde over 't plan den eerstvolgenden brief van Edward ongelezen te verbranden. Er hing een nattige damp, een kille motregen-atmosfeer in de nauwe straatvallei.
De wind blies hard en nijdig over dien hoogen berm tusschen de nattige vlakten en woei mij tranen in de oogen. Het land scheen van een doodsche triestigheid. Hier en daar lag een sombere, groote hoeve, diep in den polder, door boomen omringd. Het leken eilandjes van nood-toevlucht, midden in een grenzenlooze zee van wanhopige verlatenheid.
't Was een sombere winter. Soms waren er wel eens een paar opwekkende dagen van droge vorst en zuiver zonlicht over harde straten en besneeuwde daken van huizen en kerken mooi waren dan de boomen op de grachten, 't wit berijpte takkengewar tegen de verre, blauwe lucht, maar meestal was 't een bruinige slobberboel overal in de donkere straten, en was er mist of motregen of nattige sneeuwjacht, fijn als zand.
De schouders van den grijzen, mageren slijper schokten ontkennend: "d'r loope 'r honderde leeg.... niet te telle." Het gezwijg hield hen weer bezig in 't gestommel der zaal. Warm, met heete prikkelingen over de tong en 'n inerte verdoffing in z'n denken, stutte Eleazar het hoofd op de klam-kille handen, keek met nattige oogen naar het doen van Rijst den versteller.
Langzaam, zijn jas recht-trekkend en dicht-knoopend kwam hij het sombere viaduct onderuit, keek even, als uit gewoonte, naar de lucht..., stak toen met groote stappen het beplaste plein over, schuin, den kant van de Wijnhaven op. Er hing een nattige atmosfeer, en 't scheen wel of 't namiddaglicht al kwijnde, schoon 't nog nauwelijks vijf uur was.
Rookwalmpjes kronkelden uit kachelpijpstompjes. De nattige wind speelde er mee. Donkergrijs pluksel, blauwig; dikke kolommen, d
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek