United States or Curaçao ? Vote for the TOP Country of the Week !


De kale boomen stonden er donker op elkaar gedrongen en tusschen de stammen door zag men hier en daar lichte huisjes, met roode daken en een enkel kerktorentje, dat er eenzaam en leigrijs boven de naakte kruinen uitpuntte. Daar lag het ongelukkig land, als verborgen achter een sluier van sombere triestigheid.

Ze zwegen een poos en Bernard voelde 'n grijze triestigheid trekken over alles wat hij zag en over hem zelf. 't Was of er een nevel kwam voor zijn starenden blik. En hij voelde zich moe, loom. Sjokkerig en eenzaam als een landlooper voelde hij zich gaan over den weg. Al dat opgewekte van den morgen, dat verlangen naar actie, naar beweging was weer weg.

Toen werd het teeken gegeven dat de muziek spelen moest. Ze klonk ongezellig binnen deze ledige kamer en Johan Doxa voelde in zich eene holle ellende, gelijk een kelder vol triestigheid. Maar de dubbele deur werd opengeduwd en eenige bejaarde heeren traden binnen. Ze babbelden ondereen en waren hier thuis.

Men hing een damping kaarslantaarntje aan zijne hand, en wanneer hij alleen was, voelde hij eene bittere triestigheid zijn gansche wezen overvallen. Waarom moest dat nu zoo gaan? Waarom moest hij verlaten wezen? Waarom hadden die menschen zulke kleine hokjes gemaakt? Hij ging op het ijzeren beddeken zitten en blies de kaarslantaren uit.

Een ieder ging langzaam naar huis en de grijze mist dekte als 't ware het dorpje onder een stillen, killen, natten sluier van rouwende triestigheid toe. In de verre verte bleven de kanonnen bonzen en grommen, aanhoudend, eentonig, gansch den langen, droeven winterdag.

Andere, niet zoo opzettelijk bedoelde, humor is die van mijn vriend, den winkelier, wiens uitstallings-venster, dat nog even boven het water uitkomt, voor en na het door hem achtergelaten plakkaat draagt, waarop de gewichtvolle aankondiging: "Een loopjongen gevraagd". Gezegend zij de humor! Hij werpt even, heel even, een voorbijgaand lichtstraaltje door de triestigheid der onheils-immensiteit.

Het droeve slagveld donkert weg met de vage hoopjes der gevallen lijken en de rust, die over 't eenzaam landschap daalt is van een eindelooze triestigheid. Ergens rijdt, onder dof en langgerekt gedreun, een trein op een metalen brug en in de verte blaft een hond, met hol en klagelijk-droef geluid. De vrijwilliger haakt zijn veldflesch los en drinkt met lange, gulzige slokken.

Ze was innerlijk tevreden dat Goedele getroffen was, alsof ze eerst gedacht had dat het nieuws weinig of geen belangstelling zou opwekken bij hare dochter. Een oogenblik kwam haar herte vol. Het dutseken, fluisterde ze. Ja, zei Goedele. Ik hebbe ook veel triestigheid beleden met Romaan, als hij daar machteloos te hoesten lag in zijn wiegsken.

De wind blies hard en nijdig over dien hoogen berm tusschen de nattige vlakten en woei mij tranen in de oogen. Het land scheen van een doodsche triestigheid. Hier en daar lag een sombere, groote hoeve, diep in den polder, door boomen omringd. Het leken eilandjes van nood-toevlucht, midden in een grenzenlooze zee van wanhopige verlatenheid.

De doffe zon hing tegen den einder toen en ging varings wegzinken; de dag eindde voor hem in lange triestigheid omdat de verlangde zaak niet gebeurd was en morgen weer niet zou gebeuren. Hij was kwaad op al dat hij zag en meest op zijn eigene, ongedurige gejaagdheid. De peerden trokken stil de mestkarren naar huis en 't land lag dood en toegedekt met den vallenden nacht.