United States or Central African Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar zagen, ze in een wollig nestje vijf jonge konijntjes liggen. Vier er van waren grijsbont, maar 't vijfde was spierwit. Klaas legde z'n pet op den grond en vlijde de beestjes er in. Maar het witje nam hij in z'n handen. »Kijk eens, wat een mooi velletje; en wat een mooie oogen. Zie je wel, dat ze rood zijn?« »Och, wat snoezige diertjes«, riep Nel. Jo zei niets. Maar z'n oogen schitterden.

Bevalliger voorwerp dan deze jeugdige schoonheid was ongetwijfeld zelden in hut of hof gezien geweest. Over haar sprekende, groote blauwe oogen, wier gewone majesteit in dit oogenblik door den zachten invloed van medelijden en deelneming getemperd werd, vertoonden zich twee gitzwarte wenkbrauwen, sierlijk afgeteekend op het spierwit, met blauwe adertjes doorkronkeld voorhoofd.

De oude Dons nam zijn zware pet af, maakte een kruis, vouwde zijn eeltige handen in elkaar en murmelde met neergeslagen oogen een gebed. Heel zijn gezicht was éénkleurig rood als een gekookte kreeft en de dunne sluike haren stonden er spierwit als sneeuw omheen. Allen volgden hem na.

Zie deze lange rij van ter halfmanshoogte afgeschotene appartementjes, over bijna de geheele lengte der boerderij; de beschotten en posten alle spierwit, en blinkend koperwerk daartegen opgehangen; den vloer met zand bestrooid en in figuren aangeveegd. Gij zoudt er met uw besten rok in gaan zitten. Echter zijn dit dezelfde plaatsen waar des winters de beesten staan.

Zijn mond had den vorm van een breed naar weêrszijde uitgedrukt hart en was meestal een beetje vochtig. Zijn kin was heel rond, al te rond, niet spits genoeg, altijd helder geschoren. Jozef gebruikte lage liggende boorden, altijd stijf gestreken en spierwit als postpapier.

Het gelaat was blozende, ofschoon het haar spierwit was, en in neus en mond was een sterke gelijkenis met den nog levenden erfgenaam van den eerlijken naam der Nagels niet te miskennen. Er heerschte eene rustige waardigheid in de stoffeering van dit vertrek, die oogen en gemoed honderdmaal aangenamer aandeed dan de kleurige pracht bij de Kegges.

Hij was een van die "mooie mannen", op wie de jongelingen misschien veel meer jaloersch zijn dan de jonge dochters verliefd. Zacht, zwart, krullend haar, een spierwit voorhoofd, een fijn wit en rood, blinkende oogen, en behaagzieke bakkebaarden waren zijn deel.

Eva had een spierwit hitje, haar lieveling, zoo gemakkelijk van beweging als eene wieg, en zoo zachtaardig als zijne jonge meesteres, en dit hitje werd nu door Tom voor de achter-veranda gebracht, terwijl een kleine mulat van ongeveer dertien jaren met een Arabisch paardje aankwam, dat kort geleden zeer duur voor Henrique was gekocht.

Daarbinnen liepen banken rond, met spierwit doek overtogen en bedekt met donzige kussens van karmozijn, waar 's Graven naamcijfer of wapen in gouden letteren op prijkte: terwijl een dressoir, over den ingang geplaatst, beladen was met al de geriefelijkheden, die den smaak konden streelen, en van goud en zilver fonkelde.

De rossen zijn spierwit, als versch gevallen sneeuw; en mijn naam mag geen Sancho Panza wezen, als 't niet waarempel waar is." "Ik zeg je evenwel," riep de ridder, "dat het drie ezelinnen en drie boerenmeiden zijn, zoo waar als ik op Rocinante en jij op je grauwtje zit." "Zwijg stil, ridder, zwijg stil, genadige heer, en kijk beter uit de oogen," zei Sancho.