Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Zodra de jonge Veldheer met zijn ruiters op de Vrijdagmarkt gekomen was, brachten de ouderlingen hem de sleutels, en alzo werd hij als tijdelijke Graaf van Vlaanderen ingehuldigd, tot aan de verlossing van Robrecht van Bethune, zijn broeder. De Bruggelingen achtten hun vrijheid nu volkomen, trouwens nu hadden zij een Vorst die hen kon ten oorlog voeren.
Om uw dwingende heerschappij over het volk weer te krijgen, uit baatzucht! Ho dit gelukt niet, want wie de vruchten der Vrijheid eens gesmaakt heeft, walgt van uw gunsten. Gij zijt immers de slaven der uitheemsen? En denkt gij, dat de Bruggelingen de slaven van andere slaven zullen worden?
De aandacht der woelige Bruggelingen werd hierdoor ogenblikkelijk van Deconinck getrokken en tot de wapenbode gewend. Deze riep de belegerden aldus toe: "In de naam van onze machtige Vorst Philippe van Frankrijk, wordt het u, oproerige onderdanen, door mijn Veldheer De Chatillon gevraagd, of gij de stad op zijn genade wilt overgeven!
Wanneer de hoop groot genoeg was, klom Jan Breydel op een wagen die zich bij geval ter plaatse bevond, en zwaaide zijn slachtbijl met schriklijke wendingen boven zijn hoofd. "Mannen van Brugge," schreeuwde hij, "het gaat er om leven en vrijheid! Wij zullen die verraders eens gaan leren hoe de Bruggelingen geschoend zijn, en of er wel een pond slavenvlees onder ons te vinden is al denken zij het.
Hij had wel voorzien dat de Bruggelingen, volgens hun oude gewoonte, de poorten zouden gesloten hebben, en had zich derhalve ook tot het verijdelen van die hinderpaal bereid gemaakt. Zijn broeder, Guy de St.-Pol, moest hem een talrijk voetvolk en de nodige werktuigen tot de bestorming aanbrengen.
Foei, gij zijt precies lijk verschrikte hennen, die op eenen mesthoop staan te beven! Ik zie het oogenblik aankomen, op hetwelk die verdoemde Calvinisten op den buik uwer vrouwen en dochteren zullen trommelen en gij zult ze laten begaan, weekelingen van mannen die gij zijt. Gaat niet naar Bellem, blijft hier, gij zoudt uwe kousen verslijten. Foei, Bruggelingen! foei, katholieken!
Alhoewel de Bruggelingen opgetrokken en tot de strijd bereid zijn, is het in andere steden zo ver nog niet gevorderd. Het ware te wensen dat wij de wraak nog wat uitstelden, om des te meer middelen te kunnen verzamelen: weest verzekerd dat het leger der Fransen door een oneindig getal verbasterde Vlamingen en Leliaards zal versterkt worden.
Duizenden pijlen en schichten snorden eensklaps door de lucht en kwamen zich tegen den muur verbrijzelen of vlogen over de kanteelen. Uit de stad antwoordde men even overvloedig; en dewijl de Bruggelingen hunne pijlen op dichte gelederen zonder beschutting zonden, troffen meest allen het doel. Men zag onder de vijandelijke schutters vele mannen ter aarde storten.
Sluis lag aan het Swin en was voor Brugge de sleutel der zeevaart. Jan van Namen begon den koophandel door het willekeurig heffen van tollen te benadeelen. Daaruit ontstond eene groote ontevredenheid onder de Bruggelingen; en, om hen tegen den verdrukker te helpen, liepen de Kerels aller Ambachten te wapen.
"De Heer zij mij getuige dat ik de bevelen van Mijnheer De Chatillon trouwelijk volbracht heb." "Dit was in het geheel uw inzicht niet," hernam De Mortenay, "maar gij hadt u over de verachting der Bruggelingen te wreken. Een grote dwaling van de Koning onze meester is, dat hij een man, die door iedereen verfoeid wordt, als Tolmeester over Vlaanderen heeft aangesteld."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek