United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


In den jaare 29, als de Westfriesen, door de gierigheid der Romeinsche Overste Holle , byna uitgeput waren, alzo hy van hun afeischte grooter ossenhuiden tot schattinge, als zy konden leveren, zo zyn zy tegen hem opgestaan, en hebben zyne aangestelde Tolmeester opgehangen, en het slot op het Flie, daar hy gevlugt was, sterk belegert.

Ik zeg u, Mijnheer De Mortenay, dat uw redenering mij mishaagt, en dat de Tolmeester volgens mijn wil heeft gehandeld; de Kroon van Frankrijk moet gewroken worden, en indien de belhamels de stad niet verlaten hadden, zouden er meer galgen dan kruisstraten in Brugge zijn. In afwachting dat ik de ambachten te Damme ga straffen, wil ik deze oproerige stad een streng voorbeeld geven.

Hij, met bitter spijt vervuld, gehoorzaamde dit gebod en liep vol wraakzucht naar Johannes van Gistel, de grote Tolmeester, aan welke hij de tegenstand van de Deken der wevers te kennen gaf Pieter Deconinck sprak nog lang met zijn makkers om hen ter verdediging hunner rechten aan te moedigen, nochtans begeerde hij niet dat zij oproer maken zouden, maar beval hun dat zij zich met het weigeren der acht Groten zouden vergenoegen, totdat hij hen te wapen roepen zou.

Hier waren de voornaamste Leliaards met de Wethouders der stad verenigd. Johannes van Gistel, groot Tolmeester, bekleedde de voornaamste plaats onder hen, en was ook de warmste Fransgezinde in Vlaanderen. Zodra hij Deconinck voor zich zag, sprak hij met toornige stem: "Hoe durft gij de overheid der Wethouders miskennen, gij trotse Poorter?

Een ijzeren gordel omvatte hem het middel en een keten boeide zijn linkervoet aan zijn rechterhand. Na hem het nodige brood en water gegeven was, werd de kerker toegesloten en hij bleef alleen in het duister verblijf zitten. De woorden van de Tolmeester hadden hem de grootste droefheid gebaard want de vrijheid zijner geboortestad was ernstig bedreigd.

In den jaare 810 zyn de Deenen, ten beveele van hunnen Koning Gotrik met een vloot van 200 schepen, zeer schielyk aan de Friesche kust gekomen; en hebbende eerst de vooreilanden afgeloopen, wierden de Friesen in de derde slag overwonnen, en in Deensche slaavernye gebragt; moetende jaarlyks een schattinge van 200 ponden zilver opbrengen . Om welke schattinge te ontfangen, heeft der Deenen Koning Landvoogden gestelt, en bouwde een tolhuis van 240 voeten lang, en in 12 egaale vertrekken afgedeelt; in welker eerste de Tolmeester of Landvoogd zich plaatste, en hebbende in de achterste een koper bekken geplaatst, alwaar de schatpenningen moesten in geworpen worden, dat dezelve klonken, of mogt voor geen betaalinge verstrekken, by aldien gemelde Tolmeester het geluid niet hadde gehoort.

"De Heer zij mij getuige dat ik de bevelen van Mijnheer De Chatillon trouwelijk volbracht heb." "Dit was in het geheel uw inzicht niet," hernam De Mortenay, "maar gij hadt u over de verachting der Bruggelingen te wreken. Een grote dwaling van de Koning onze meester is, dat hij een man, die door iedereen verfoeid wordt, als Tolmeester over Vlaanderen heeft aangesteld."