Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


WINSEMIUS, 805, 810, 814; VAN REYD, 176-198; VAN LEEUWEN, Kronyk, 202; BOSSCHA, Heldendaden, I 303, 309.

In den jaare 810 zyn de Deenen, ten beveele van hunnen Koning Gotrik met een vloot van 200 schepen, zeer schielyk aan de Friesche kust gekomen; en hebbende eerst de vooreilanden afgeloopen, wierden de Friesen in de derde slag overwonnen, en in Deensche slaavernye gebragt; moetende jaarlyks een schattinge van 200 ponden zilver opbrengen . Om welke schattinge te ontfangen, heeft der Deenen Koning Landvoogden gestelt, en bouwde een tolhuis van 240 voeten lang, en in 12 egaale vertrekken afgedeelt; in welker eerste de Tolmeester of Landvoogd zich plaatste, en hebbende in de achterste een koper bekken geplaatst, alwaar de schatpenningen moesten in geworpen worden, dat dezelve klonken, of mogt voor geen betaalinge verstrekken, by aldien gemelde Tolmeester het geluid niet hadde gehoort.

Schoon dat het gansche rijck moet tol* of schattingh geven, Wy lyden even-wel een onbekommert* leven, 810 Geen hooft-gelt op het volck, geen lasten op het lant En worden oyt geverght aen onsen vrijen stant. Wat dienter meer geseyt? wy zijn geduchte* lieden, Die geen verheven vorst, geen prins en kan gebieden.

Genoots. wordt uitgegeven, zal ongetwijfeld dit gevoelen worden versterkt. Wij vinden op dezen jare 809, en ook vooral op het volgend jaar, aangeteekend, dat er in alle provinciën eene geweldige runderpest woedde, zoodat er bijkans geen os in het leger overbleef, welke ziekte nog vele jaren voortduurde. Bl. 58. Ao 810. Een schattinge van 200 ponden zilver. Anderen bepalen die op de helft.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek