United States or Austria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar by 't einde dezer eeu zal de hoogduitsche taal, die het Nederduitsch en Nederlandsch al verder noord- en westwaarts verdrijft, ook daar wel reeds eene volkomene zege behaald hebben. De Duitschers erkennen de gouspraken in bovengenoemde duitsche gewesten niet als Nederlandsch, maar noemen die gewestelike spreektaal, 't zy ze dan Friesch, Saksisch of Frankisch is, Platduitsch.

Deze namen zijn: Kikker en Kikkert in Holland, en Puit, Puydt, De Puydt, Den Puydt in Zeeland en Vlaanderen inheemsch. Puit of Puut toch is het zeeusche en vlaamsche woord voor het hollandsche kikkert. Verder de geslachtsnaam Pogge, die padde beduidt. Dat dier toch draagt in onze friso-saksische gouspraken dezen naam, welke ook voorkomt in den geslachtsnaam Poggenbeek.

Naast den oorspronkeliken form ing, komt als uitgang van patronymikale geslachtsnamen eveneens den form ink voor. Dit ink is slechts eene andere uitspraak van ing. Anders niet. Het vindt zynen oorsprong in sommige gouspraken van het Nederlandsch, in welke deze uitgang ing in het algemeen als ink wordt uitgesproken. Dit is vooral het geval in de saksische taal van Twente en de graafschap Zutfen.

De geslachtsnaam De Heus heeft volkomen den zelfden oorsprong en de zelfde beteekenis als Doosche. Immers »hoofsch" is in het Hoogduitsch höfisch, en ook de brabantsche en geldersche gouspraken geven aan de o van dit woord den gewyzigden klank: »heufsch". Van »De Heufsche" kwam »De Heusche" en, als hedendaagsche geslachtsnaam, De Heus.

Te weten in den maagschapsnaam Van de Pitte, nevens Van de Putte. Deze naam is in Zeeland en Vlaanderen inheemsch, en in deze gewesten wordt ook het woord put als pit uitgesproken. Sommige nederlandsche gouspraken laten eene onvolkomene doffe u hooren in plaats van de geijkt-nederlandsche o in de woorden boter, storm, gestorven, enz.

Als een aanhangsel tot al deze maagschapsnamen die hun ontstaan danken aan de byzondere uitspraak, de byzondere formen en woorden, eigen aan de verschillende nederlandsche gouspraken, moeten hier nog eenige geslachtsnamen genoemd worden, welke, door hunne spelling, zondigen tegen de algemeene regels der nederlandsche taal.

Maar de naam Pasman zal wel oorspronkelik een toenaam geweest zijn voor eenen man wiens huis by of in zulk eene pas stond. Het hedendaagsch-algemeen-nederlandsche voorzetsel te luidt in onze friesche en friso-saksische gouspraken als to, en werd oudtijds als tho en ook als thoe geschreven.

Geen wonder dus dat vele nederlandsche geslachtsnamen, die toch onmiddellik uit de spreektaal ontstaan zijn, menigvuldige kenmerken der verschillende gouspraken vertoonen, en dit zoo wel door de uitspraak, aangeduid door de spelwyze, als door byzondere woorden en formen waaruit deze namen zijn samengesteld.

Van daar de form van den geslachtsnaam Van der Wal, en niet Van den Wal, zooals het volgens de taalregels zijn moest. En naar myne meening heeft de volksmond hier al weêr gelijk, en niet de schoolmeester. Immers het woord wal komt in sommigen onzer gouspraken als walle voor. De geslachtsnamen De Walle en Van der Walle stemmen hier ook mede overeen.

Immers vallen de staatkundige grenzen der nederlandsche gewesten lang niet overal samen met de grenzen van het gebied der verschillende volkstammen Friesen, Saksen, Franken die ons volk samenstellen. En dus ook evenmin met de grenzen van het gebied der verschillende gouspraken.