United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


De dageliksche spreektaal was daar steeds, sedert de 16de eeu, en nog heden, een sterk nederlandsch gekleurd Nederduitsch, dat ook nog talryke sporen van de friesche taal vertoont, en oorspronkelik geheel de zelfde friso-saksische gouspraak is die ook eigen is aan de groningerlandsche gouen.

Immers is juist de 15de en 16de eeu de tijd dat het zuivere Oud-friesch uitsterft, en door de friso-frankische en friso-saksische mengelspraken van Holland en noordwestelik Duitschland vervangen wordt. In dien tijd van overgang vinden wy den naam van eenen en den zelfden man nu eens op oud-friesche wyze als Ayolt Wibena, dan weer op oud-nederlandsche wyze als Ayolt Wyben geschreven.

Zoo ook Boneschansker, iemand te huis behoorende in de Boneschans, dat is een gehucht by de Nieue-Schans, op de groningsch-oostfriesche grenzen. Vervolgens Moltmaker; molt is de friso-saksische form van het hollandsche woord mout, hoogduitsch Malz; zie bl. 184.

In de zuiver-saksische en in de friso-saksische gouen, in de noordoostelike Nederlanden dus, komt in geslachtsnamen zoo wel als in plaatsnamen menigvuldig ol voor, waar het geijkte Nederlandsch ou heeft, overeenkomstig de volksspreektaal in die streken.

Deze namen zijn: Kikker en Kikkert in Holland, en Puit, Puydt, De Puydt, Den Puydt in Zeeland en Vlaanderen inheemsch. Puit of Puut toch is het zeeusche en vlaamsche woord voor het hollandsche kikkert. Verder de geslachtsnaam Pogge, die padde beduidt. Dat dier toch draagt in onze friso-saksische gouspraken dezen naam, welke ook voorkomt in den geslachtsnaam Poggenbeek.

Deze twee laatste namen zijn slechts kwade verdietschingen van den hoogduitschen naam Schwab, die ook in Nederland voorkomt. Slechts de twee eerste namen zijn goed-nederlandsch. Verder De Hes, Hes en Hesse; Veling en Velinger met Westfaal en Westphal. Nog heden noemt men in onze friesche en friso-saksische gewesten eenen inboorling van Westfalen met dezen naam.

De naam Kruisinga wordt in de friesche streken van ons land natuurlik als Krusinga uitgesproken, en in de friso-saksische en Saksische als Kroesinga, eigenlik Krusinga met hoogduitsche u. Van daar dat in Drente deze geslachtsnaam in den form Kroezinga voorkomt. Maar terwijl deze verwisseling van i in e elders zeer zeldzaam is, komt ze in Friesland juist dikwijls voor.

In de formen Luurd, Luyert, Luyer komen deze namen nog eene enkele maal in de friesche, vooral friso-saksische gewesten als mansvóórnamen voor. De maagschapsnamen Luurtsema en Luursema zijn nu slechts in Groningerland inheemsch, maar hadden oudtijds hunne tegenhangers in de namen der nu uitgestorvene geslachten Luyrtsma in Friesland bewesten Lauers, Lyursna in Friesland beoosten Eems.

Dit is, onder anderen, vooral het geval in onze noordelike en noordoostelike gouen, onder de friesche en friso-saksische bevolking dier gewesten. En waar men zulke woorden zóó uitspreekt, daar laat men natuurlik die toonlooze e ook hooren achter den patronymikalen uitgang der geslachtsnamen. In Drente en in de zuidelike gouen van Groningerland komt dit meest voor.

Koop, de wortelnaam van Koops en Coops, is eene verbastering van Jacob, vooral in de friso-saksische streken van Drente en Overijssel in gebruik, en die ook aan de geslachtsnamen Kopinga, Copinga en Koopsma oorsprong gaf.