United States or Tuvalu ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze laatste zonderlinge maagschapsnaam, in de zuidelike Nederlanden inheemsch, en door zyne byzondere spelling van hoogen ouderdom getuigende, valt moeielik te verklaren. Beteekent hy: met den angst? en is hy dus wellicht oorspronkelik anders niet als de bynaam voor eenen angstigen, vreesachtigen, bangen man? Zie § 148.

De man, die deze namen eerst zóó heeft geschreven, schijnt het voorvoechsel sir, ser aangezien te hebben voor den ouden franschen titel sire, messire. De oud-vlaamsche naam Sirjacobs is ook verfranscht tot Sirjacques en Sirjacq, en komt in die beide formen nog heden als geslachtsnaam in de zuidelike Nederlanden voor.

Dit is, onder anderen, vooral het geval in onze noordelike en noordoostelike gouen, onder de friesche en friso-saksische bevolking dier gewesten. En waar men zulke woorden zóó uitspreekt, daar laat men natuurlik die toonlooze e ook hooren achter den patronymikalen uitgang der geslachtsnamen. In Drente en in de zuidelike gouen van Groningerland komt dit meest voor.

Zoo spreekt men in die gewesten nog heden ten dage van eenen appelaar, voor appelboom; van eenen kerselaar, mispelaar, neutelaar, enz. voor kerseboom, mispelboom en noteboom. Ook deze eigenaardige boomnamen vinden wy onder de nederlandsche geslachtsnamen vertegenwoordigd. Deze namen zijn, zoo als de aard der zake medebrengt, hooftsakelik in de zuidelike Nederlanden inheemsch.

De i van het nederlandsche woord smid gaat, by samenstellingen en in den meervoudsform, in eene e over: smedery, smeden. Zoo is ook het patronymikon van smid Smeding en niet Smidding. Het woord smid op zich zelven luidt trouens ook in menige vlaamsche en brabantsche gouspraak als smet; van daar de geslachtsnamen De Smedt en De Smet in de zuidelike Nederlanden.

Dezen naam »gat" vind ik ook in de geslachtsnamen Ten Rodengate, Van den Noortgate, en misschien ook in Moortgat; de twee laatsten zijn in de zuidelike Nederlanden inheemsch. Echter niet in Tytgat; zie bl. 456.

Ook als vadersnaam komt deze naam in de zuidelike Nederlanden voor; te weten als Winnepenninckx en zelfs als Winnenpenninckx. Voordewind was oorspronkelik wel een bynaam van iemand wien het voor den wind ging in het leven; anders gezeid: die voorspoedig was.

Zoo ook Serbrock, van den mansvóórnaam Brokke afgeleid, die oudtijds zekerlik in de Nederlanden in gebruik geweest is, ofschoon hy my nooit voorkwam. Enkelen van deze geslachtsnamen hebben nog eene t vóór de s van ser gevoegd. Het zijn Tserclaes, Tserstevens en Tservrancx, alle drie in de zuidelike Nederlanden inheemsch.

Zonderling genoeg zijn de namen Der Weduwe, Der Kinderen en Witvrouwen, met hunne verscheidenheden, geenszins zeldzaam, hooftsakelik in de zuidelike gewesten, en behooren daar aan verschillende, onderling niet verwante geslachten. Eene kleine groep van byzondere geslachtsnamen dient hier nog vermeld te worden.

In sommige geslachtsnamen, die eveneens meest in de zuidelike Nederlanden inheemsch zijn, komen deze oude boomnamen nog heden ten dage voor. Zulke namen zijn Mispelter, Mispeltier en, als patronymikon, Mispelters. De geslachtsnamen Hagedoorn, Haghedoorn, enz. en Doornbosch, Dorenbos, Hoogendoorn enz. behooren eigenlik ook tot deze afdeeling.