United States or Zimbabwe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Juist op dit punt beginnen de fragmenten van het oorspronkelijke gedicht, zoodat eene vergelijking tusschen het werk van Gottfried en dat van Thomas slechts over een honderdtal regels gemaakt kan worden. 3e. Als derde groote navolging van het Fransche werk dient genoemd het Middel-Engelsche gedicht: "Sir Tristrem", dat geschreven werd in het Noorden van Engeland tegen het einde der 13e eeuw.

Hij had een groot stuk lendevleesch van den buffel genomen, sneed groote stukken daarvan af en stak die in zijn mond en kauwde met zooveel ijver en onverdeelde aandacht, alsof hij noch den naam, noch het schaterende lachen hoorde. Toen dit laatste eindelijk tot bedaren kwam, liet de stem van Bill zich weer hooren: "Neen, sir!

De ingenieur ging de kamer uit, en op hetzelfde oogenblik trad Bill het huis binnen. "Neem mij niet kwalijk sir!" zei hij. "Ik lees daar op dat bord, dat hier de ingenieur woont. Zou ik dien eens mogen spreken?" "O ja wel, ik ben het zelf. Kom binnen." Hij bracht hem in Old Firehand's kamer, die den kleine ontving met de vraag wat hem genoopt had, zoo tegen alle afspraak hier te komen.

De ingenieur bracht hem tot bedaren; daarna, op ernstiger toon zich tot sir Edward Munro wendende, zeide hij: »Edward, als ik een rollend huis ter uwer beschikking stel, als ik over een maand, zoodra het seizoen er geschikt toe is, je kom zeggen: Daar is je kamer, die zich zal verplaatsen en gaan zal waarheen je wilt, daar zijn je vrienden, Maucler, kapitein Hod en ik, die niets liever willen dan je vergezellen op een tocht door het noorden van Indië, zal je me dan antwoorden: Laten we vertrekken, Banks, laten we vertrekken, en dat de God der reizigers ons bescherme!"

"Neen, sir! ik niet. Als ik zoo ieder oogenblik met u ging wedden, zou ik alles, wat ik bij u verdien, kunnen verliezen; en daar is bij den neef van mijn uncle geen denken aan!"

Wat hebben wij te betalen, namelijk ik en die kleine jongen, als het noodig is?" Deze vraag was tot den kapitein gericht. "Dat zal er van afhangen, hoe ver gij meevaart, en welke plaats gij hebben wilt," was het antwoord. "Welke plaats? Tante Droll reist altijd eerste klasse; dus kajuit, sir! En hoe ver? Zeggen wij, om te beginnen tot Fort Gibson. Wij kunnen het lasso altijd langer maken.

Toen zij dicht genoeg bij hem waren groetten zij hem beleefd, doch moesten blijkbaar alle moeite doen om hun gezicht in een plooi te zetten, alsof zij volkomen op hun gemak waren. "Sir! wij komen als afgevaardigden," sprak de een, "om u onze eischen bekend te maken." "Zoo!" zei de jager op een toon van ironie.

"Ja, en dat eenvoudig om een teekening, die...." "Alweer een teekening!" viel de opzichter hem in de rede. "Kent gij den moordenaar? Dat is stellig de roodharige kornel!" "Ja, die is het, sir! Maar...... die had ook u vermoord, heette het." "Slechts gewond, sir! slechts gewond. De steek had gelukkig mijn hart niet geraakt.

Recht zoo! het zijn pieren Sir! niets dan pieren, pieren van het echte soort, met gele kransjes om de koppen. In dien pot zijn meer dan honderd pieren; en zij worden door zijne nijvere handen aan een vrij dik snoer geregen, bij den kop in, en bij den staart uit.

»Wie weet welke zorgen of welk leed hij te verkroppen zal hebben voor zijne feestgenooten," antwoordde Sir Reginald.