Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
Daartegenover dient gesteld de meening van Jessie Weston, die in haar werk, getiteld "The Legend of Sir Gawain", met den grootsten nadruk verklaart, dat bovengenoemde episode nooit ten oorsprong kan hebben gelegen aan het Middel-Engelsche gedicht.
In de oude verhalen van Wales en in het bekende Middel-Engelsche gedicht "Brut" van Layamon, wordt Lanceloet's naam niet genoemd; het eerst lezen wij dien in "Erec" van Chrétien de Troies, waar onze held als derde genoemd wordt onder de ridders van Arthur's hof. In dit gedicht, alsook in het latere "Cligés", eveneens van Chrétien's hand, is Lanceloet slechts een naam.
Onderstaande sage mag met recht beschouwd worden als de hoogststaande, zoowel wat taal als inhoud betreft, der Middel-Engelsche letterkunde en wij moeten den schrijver er dankbaar voor zijn, dat hij door zijn werk een verheffend en blijvend eerbetoon heeft bewezen aan een der schoonste figuren der ridderliteratuur. Wie de schrijver van het gedicht geweest is, valt niet met zekerheid te zeggen.
Sir Frederick Madden, de eerste uitgever van het Middel-Engelsche gedicht, Richard Morris, die eene uitgave ervan bewerkt heeft voor de Early English Text Society, en ten Brink, de schrijver van een Duitsch boek over Engelsche literatuurgeschiedenis, nemen aan, dat "Syr Gawayne and the grene Knyght" gegrond is op eene episode uit de eerste voortzetting van Chrétien de Troies, "Conte del Graal", waar de held niet Walewein, maar Caradoc, eveneens een neef van koning Arthur is.
Behalve in Thomas Malory's werk vinden wij in de Middel-Engelsche literatuur nog eene tweede vertolking van de Sage van Lanceloet en Elaine, daar deze ook het gegeven vormt van een Middel-Engelsch gedicht uit het einde der 14e eeuw.
Dat wij Walewein inderdaad zoo mogen noemen blijkt onder meer uit het feit, dat hij in de Middel-Engelsche letterkunde de eenige figuur is, behalve dan koning Arthur zelf die een kring van ridderromans om zich heen verzameld heeft, bestaande uit niet minder dan elf gedichten.
Hij gebruikt als bron het Middel-Engelsche gedicht, en neemt daar dus ook uit over de ongunstige rol, welke de dichter van "Le Morte Arthur" Walewein daarin laat spelen.
In den "Ider" heerscht eene ruwheid in zeden en gewoonten, die bijna aan het barbaarsche grenst, de Walewein-sage daarentegen ademt een geest van hoffelijkheid en beschaving. Twee andere ridderromans: de Middel-Engelsche "Carl of Carlisle" en de Fransche "Chevalier
Over de wijze, waarop deze verzoening tot stand komt, wordt daarbij met geen woord gerept. Ten slotte dient genoemd de Middel-Engelsche bewerking van "Yvain", getiteld "Ywain and Gawain", welke in het begin der 14e eeuw in het Noorden van Engeland door een tot nu toe onbekend gebleven dichter geschreven werd.
Hulbert is eveneens van meening, dat het Middel-Engelsche gedicht voor dit doel gebruikt is, d.w.z. als verklaring voor de stichting van eene orde, echter niet, zooals wij zullen zien van die van den Kouseband. Om die reden, zoo zegt hij, werden de gebeurtenissen in het verhaal gewijzigd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek