United States or Aruba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wanneer men de geschiedenis van dien tijd naauwkeurig gadeslaat, den toestand van Groote Pier en zijne bedoelingen beschouwt, daarbij den geest des tijds, de wijze van oorlogen, vooral ter zee, het Saksisch despotisme in tegenoverstelling van het Friesch karakter, en de laagheid des Hertogen van Gelder in aanmerking neemt, dan zal de onpartijdigheid ten voordeele van den man moeten beslissen, wiens bedoelingen eerlijk waren, maar wiens daden het merk van ruwheid droegen, en door de fortuin begunstigd in euvelmoed en woestheid ontaard zijn.

Eerst waar elk besef van te zweren en elke vrees voor de vervulling van den vloek geweken is, verslapt het vloeken tot de eentonige ruwheid van later tijden. In het laatst der Middeleeuwen heeft het nog dien prikkel van driestheid en hoogmoed, die het maakt tot een adellijke sport.

Bij den eersten mishaagde haar de eigenaardige ruwheid, waarmede hij zijn meening uit kon spreken; zijn stijfheid in gezelschap, die ze aan trots toeschreef, en zijn, naar haar meening, onbeschaafde levenswijze op het land, waar hij zijn dagen sleet in den omgang met boeren en vee.

Hij was op het denkbeeld gekomen niet door wat zooeven gebeurd was, ofschoon dit zijn overtuiging versterkt had, maar langzamerhand dat Nancy, de ruwheid van den inbreker moe, zich een of anderen nieuwen vriend had gekozen.

Der geestelijkheid scheen het genoeg te zijn, dat de volken Christenen waren geworden in naam en de eeredienst en plegtigheden der kerk bijwoonden, doch zij deden geene of geringe pogingen, om door onderwijs en leer het verstand te verlichten en de ruwheid van zeden te verzachten.

Met onverholen minachting, met verdienstelijke plastiek en scherpen spot is de "kerel" hier afgebeeld in zijne ruwheid en grofheid: hij vreet look met koolstronken, met zijne handen klopt hij eieren door zijn heete melkpap en slaat ze naar binnen tot hij er scharlaken van ziet; achter het vleesch en spek zit hij heen, dat hem het vet langs de vingers druipt.

't Kòn niet anders; zij was doof noch blind, en leefde als 't ware midden in scheve en schotsche toestanden der Inlandsche maatschappij, die geen rekening hield met jeugd en fijn gevoel. Ruw werden de jonge teere oogen geopend voor 't werkelijke leven in al zijn ruwheid, platheid en schokkende wreedheid.

En ze gevoelde zich zoo moede onder het gewicht dier versuffende eenzaamheid, dat zij Leentje niet eenmaal de les las over haar ruwheid, ofschoon zij toch een porseleinen vleeschschaal in het oog kreeg, waarvan de rand bij het vatenwasschen zeer gekarteld was geworden. Vroeger dan zij placht uit te gaan, ging Eline dien middag naar de Verstraetens.

Twijfelde ze nu nog, of had zijne ruwheid haar, trots alle barbaarschheid, toch zijne oprechtheid onloochenbaar gemaakt?

Als zij niet zoo bang geweest was, als zij hem niet zoo heftig van zich gestooten had, als hij niet gevoeld had hoe heel haar ziel in opstand gekomen was tegen zijn ruwheid, dan was hij nooit te weten gekomen welk een fijne, edele ziel er in haar woonde. Hij had geen reden gehad dat vroeger te gelooven. Zij was immers louter danslust en vroolijkheid geweest.