United States or Dominica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar juffrouw Laps verzuimde wyselyk, er by te zeggen waaròm hy 'n wandeling deed, en op welk uur hy haar verlaten had. Leentje had geen erg er naar te vragen, omdat het vanzelf scheen te spreken dat-i niet was uitgetogen in 't holste van den nacht. En zóó ook werd de zaak door z'n moeder en zusters opgevat.

"Maar hemel, is dat niet natuurlijk," antwoordde de dame zichtbaar bewogen: "Een moeder die haar kind wil verzorgen.... mij dunkt....!" "Nietwaar mevrouw!" hernam Leentje hoofdknikkend: "Dat zei ik terstond. Maar Krisje en Leendert, o !" en zij trok den neus op, als wilde ze zeggen: die denken er anders over.

Die Fancy, of hoe 't schepsel heeten mag, heeft je beet gehad. Of misschien heb je gedroomd. Neen, neen, neen, Leentje ... alles is de waarheid! Ik weet zeker dat alles wat zy gezegd heeft, de zuivere waarheid is. Maar Wouter ... die historie met je zusje ... dat had je dan toch vroeger moeten weten, dunkt me. Ik wist het ook, maar ik had het vergeten. Al wat Fancy zeide, wist ik.

"Ja, grootvader, maar dat is toch heel leelijk van die jongens, niet?" "Zeker, beste meid; maar ik hoop, dat ze later wel zullen leeren begrijpen, dat een leelijk mensch toch ook een mensch is, en even goed en braaf kan zijn, als de mooiste man of vrouw!" Leentje keek haar grootvader nog eens aan en zei toen: "Maar, stellig, grootvadertje, u is heusch niet leelijk! Dat zeg ik"

Al de hoorders hygden naar de door den titel beloofde onechtheid, en Leentje wist geen raad met 'r vertelling. Ze werd vuurrood. Hy had die oude vrouw vroeger gekend, en toen was-i met haar in... konversatie geweest, zal ik nou maar zoo 'reis zeggen, en ze zouden getrouwd zyn, maar... er was iets tusschenbeide gekomen... en... daarom heet het stuk de Onechte Zoon...

De zoon deed dat natuurlijk graag, en zoo komt het, dat we op dezen mooien kermisdag Leentje Pels bij grootvader in de Maansteeg, en niet bij haar vader in de Turflaan vinden. Na afloop van het middageten knapte Leentje zich wat op, om met grootvader naar de kermis te gaan. Grootmoeder was nu opgestaan, en op het oogenblik iets beter. , wat keek Leentje op de kermis rond!

Zoo zijn alle partijen dus tevreden! riep Paul in zijn handen wrijvend. Dat vind ik altijd maar gelukkig in de wereld. Mevrouw Van Raat zag een weinig strak voor zich. Pauls luchtige woorden vielen wat buiten den toon. Er werd geklopt, de oude meid kwam binnen. Meneer, het rijtuig staat voor! sprak Leentje. Paul stond op. Dank je, schoone Helena! Tante, wil u met me gaan toeren?

Het was me maar ontgaan. Terwyl ze sprak, kwam 't my weer duidelyk voor den geest. Ik zal eens naar die molens gaan, zei Leentje. En dat deed ze. Naar Wouters aanwyzing vond zy de juiste plek waar die belangryke ontmoeting zou hebben plaats gehad. Zy zag de balken, den modder, de eenden, het kroos ... alles was er, tot de aschlucht toe, alles ... behalve Fancy en haar vertellingen.

Maar dan ook, welk een humor zit in dit werk. Men lette eens op die prachtige condoleantie-scènes, als 'n tante is gestorven: eerst het condoleeren door Leentje, een der dienstmeisjes. "Wel gecondoleerd," zegt zij deftig, en Evatje studeert gauw het vreemde woord in, om het straks tot de ooms en tantes te kunnen zeggen!

"Leentje trouwt 't eerst, pa!" "Heerlijk, heerlijk, ik trouw 't eerst, jullie blijven ouwe vrijsters!" "Daar heb je 't nou.... Kun je dan niet zien wat je doet?" "Nou 't was maar een ongelukje." "'t Heele tafelkleed bedorven!" "'t Gaat 'r toch uit met zout." "Dolf geef 't zout eens aan." "Veel op doen, nog meer. Zoo. Laat nou maar stil drogen."