Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Eene uitzondering maken d' inwoners van de graafschap Benthem, welke landstreek tot Westfalen gerekend wordt. Dezen zijn hooftsakelik Herformden, en de nederlandsche taal was tot diep in deze eeu hunne kerktaal, ja, is dat by sommige gemeenten, even als in Oost-Friesland, nog heden. Over de oorbeeldig nederlandsche geslachtsnamen dier Bentheimers zal verder in dit werk gehandeld worden; zie § 159.

Dit vindt zyne oorzaak in d' omstandigheid dat de maagschapsnamen, hooftsakelik patronymika in algemeen-germaansche formen, welke deze vreemdelingen dragen, in den regel weinig verschillen van onze eigene nederlandsche geslachtsnamen, en dus door ons volk gemakkelik worden uitgesproken en onthouden.

En dit nog zoo veel te meer, als deze namen slechts in de vlaamsche gewesten voorkomen, hooftsakelik in West-Vlaanderen, waar de volkseigene uitspraak de h als beginletter van woord of lettergreep, toch uiterst weinig, veelal in het geheel niet, hooren laat. De geslachtsnamen met ser beginnende, zijn allen van hoogen ouderdom. Grootendeels komen zy reeds in de middeleeuen voor.

Zoo spreekt men in die gewesten nog heden ten dage van eenen appelaar, voor appelboom; van eenen kerselaar, mispelaar, neutelaar, enz. voor kerseboom, mispelboom en noteboom. Ook deze eigenaardige boomnamen vinden wy onder de nederlandsche geslachtsnamen vertegenwoordigd. Deze namen zijn, zoo als de aard der zake medebrengt, hooftsakelik in de zuidelike Nederlanden inheemsch.

In de zeventiende en achttiende eeu was het Nederlandsch by de meeste Oost-Friesen, vooral te Emden, Norden, Leer en Weener, en in de omstreken dier plaatsen, hooftsakelik, zoo niet uitsluitend, de geijkte schrijftaal.

In de noordelike Nederlanden, en wel bepaaldelik onder de Protestantsche bevolking, komen ze hooftsakelik voor byna uitsluitend. De oorzaak van dit verschijnsel is gelegen in de omstandigheid dat het vooral de predikanten der Herformden waren, in de 16de en 17de eeu, die hunne namen zoo verlatynschten en vergriekschten, en die deze namen aan hunne kinderen nalieten.

Naar myne meening zijn deze ynamen dan ook anders niet als versletene ware patronymika, en wel van byzonder-frankischen form, even als de ia en jenamen versletene patronymika van byzonder-frieschen form zijn. Door den frankischen oorsprong dezer namen kan het voorkomen er van hooftsakelik in de zuidelike Nederlanden, gereedelik verklaard worden.

Dien ten gevolge treffen wy eene kleine groep van zulke grieksche patronymika, aan friesche mansvóórnamen ontleend, heden ten dage ook nog hooftsakelik in de friesche gewesten aan. Het zijn: Gatsonides, Hajonides, Hilarides, Ynzonides, Mensonides, Nolledes, Oneides, enz. Verder in andere nederlandsche gewesten nog: Antonides, Hermanides, Jacobides, Michalides, Nicolaides, Paulides en Simonides.

Zonderling genoeg zijn de namen Der Weduwe, Der Kinderen en Witvrouwen, met hunne verscheidenheden, geenszins zeldzaam, hooftsakelik in de zuidelike gewesten, en behooren daar aan verschillende, onderling niet verwante geslachten. Eene kleine groep van byzondere geslachtsnamen dient hier nog vermeld te worden.

Deze namen worden hooftsakelik gedragen door israëlitische geslachten, welke uit die steden afkomstig zijn, en die, toen zy zich in ons vaderland vestigden, die stedenamen als geslachtsnamen hebben aanveerd. De naam Konijn, door een Israëlitisch geslacht gedragen, heb ik ook hiertoe gerekend. De mogelikheid bestaat echter dat deze naam ook eenvoudig aan het bekende dier konijn ontleend zy.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek