United States or Philippines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tusschen de geslachtsnamen die op sma en die op sema eindigen, bestaat geen ander verschil dan in uitspraak. Sma komt als uitgang in den regel in Friesland bewesten Lauers voor, sema in Groningerland en ook in Oost-Friesland; b. v. Geertsma in d' eene, Geertsema in d' andere gou.

Intusschen zulke patronymika zijn ongetwyfeld nog veel ouder. De oude friesche patronymika zijn in grooten getale als hedendaagsche geslachtsnamen in leven en gebruik gebleven. Zy zijn over de geheele hedendaagsche provincie Friesland verspreid. Tot dat gewest uitsluitend beperkt, zijn zy echter geenszins. Daar zijn deze namen van ouds her even zoo inheemsch en volkseigen als bewesten Lauers.

Zy zijn aan de Eems niet zoo talrijk vertegenwoordigd als tusschen Eems en Lauers, en veel minder nog als tusschen Fli en Lauers.

Naar veler meening is er tusschen deze twee namengroepen geen ander verschil dan dat het welk door het verschil in tongval tusschen de Friesen bewesten Lauers en beoosten Eems veroorzaakt wordt. En in der daad kan men opmerken dat de na-namen in Oost- of Duitsch-Friesland volkomen de ma-namen in West- of Nederlandsch-Friesland vertegenwoordigen en dekken.

En zoo is 't ook met Bonsma en Bonsema, met Boersma en Boersema, Bylsma en Bylsema, Duursma en Duursema, Hansma en Hansema, enz. De oorzaak van dit kleine verschil berust enkel en aleen op 't onderscheid in tongval tusschen de Friesen beoosten en bewesten Lauers.

De omstandigheid dat de Oost-Friesen zich steeds, tot diep in deze eeu, tot de Nederlanders in 't algemeen, tot hunne volksgenooten bewesten Eems en Lauers in het byzonder voelden aangetrokken, veel meer dan tot Duitschers dat ook de Oost-Friesen met de Nederlanders in volkstaal, zeden, bronnen van bestaan, godsdienst, enz. ten nausten verbonden zijn, droeg veel daar toe by.

Maar by al die wisselingen bleef het oude patronymikon gehecht aan sate, gehucht, dorp en stad, en is, als zoodanig, dikwijls nog heden ten dage in stand. Stellen wy een voorbeeld. In een der vroege middeleeuwen leefde er in het friesche land tusschen Fli en Lauers een Fries, die wy Harle willen noemen. Nu is hy nagenoeg uitgestorven. In de 15de eeu treffen we hem nog in Friesland aan.

In de formen Luurd, Luyert, Luyer komen deze namen nog eene enkele maal in de friesche, vooral friso-saksische gewesten als mansvóórnamen voor. De maagschapsnamen Luurtsema en Luursema zijn nu slechts in Groningerland inheemsch, maar hadden oudtijds hunne tegenhangers in de namen der nu uitgestorvene geslachten Luyrtsma in Friesland bewesten Lauers, Lyursna in Friesland beoosten Eems.

In den tegenwoordigen tijd komen geslachtsnamen op ia, ja en je eindigende, als oorspronkelik inheemsche namen nog slechts in Friesland, en wel meest tusschen Fli en Lauers, dat is in de nederlandsche provincie Friesland voor. Ja, ook by de Friesen aan de Weser, by de Rustringer-, Ostringer-, Wranger- en Stedinger-Friesen waren ze in zwang.

Tevens als voorbeeld van de onnaukeurigheid en onstandvastigheid onzer voorouders wat het spellen hunner namen betreft. In mijn geschrift Een en ander over friesche eigennamen kan men nog meer dergelyke voorbeelden vinden. De sma-namen zijn zeer talrijk, en hooftsakelik in Friesland tusschen Fli en Lauers inheemsch.